Vierde wereldbeker voor Real Madrid
Real Madrid heeft voor de vierde keer de wereldbeker voor clubs veroverd. In de WK-finale in Marrakesh was de winnaar van de Champions League met 2-0 te sterk voor de Argentijnse winnaar van de Copa Libertadores, San Lorenzo.
Real nam direct het heft in handen. San Lorenzo beperkte zich vooral tot tegenhouden en deed dat met tal van vervelende overtredinkjes en veel gemekker tegen scheidsrechter Lopez uit Guatemala.
Al in de eerste minuut was Karim Benzema dicht bij de 1-0 (hij trapte in de grond). Nadat twee vrije trappen van Cristiano Ronaldo niets hadden opgeleverd, leidde een Spaanse counter tot een hoekschop. Tony Kroos legde de bal op het hoofd van Sergio Ramos, die raak kopte.
Blunder doelman Torrico
Na rust drong San Lorenzo even aan, maar het was Real dat scoorde: keeper Sebastian Torrico liet een houdbaar schot van Gareth Bale onder zich door glippen. Voor Real was de buit nu wel binnen en de Argentijnen zochten wat meer de aanval.
Veel kansen leverde dat echter niet op, al moest Real-doelman Iker Casillas, die in de halve finales een penalty had gestopt, nog wel even gestrekt naar de hoek bij een schot van Enzo Kalinski.
Weer prijs Casillas in jubileumduel
Real Madrid veroverde de wereldbeker ook al in 1960, 1998 en 2002. Casillas (33), die er in 2000 al bij was toen Real als vierde eindigde, pakte in zijn 700ste wedstrijd voor de Koninklijke zijn 23ste hoofdprijs (club en land).