Nederlandse dijken niet hoger, maar slimmer
Lambert Teuwissen
Redacteur
Lambert Teuwissen
Redacteur
Er wordt altijd gezegd dat eskimo’s een veelheid aan woorden voor sneeuw hebben, maar iets soortgelijks kan worden gezegd over de Nederlanders. Uit het nieuwe boek Dijken van Nederland blijkt dat er minstens 43 verschillende soorten dijken zijn in Nederland met allemaal een eigen benaming.
Dat veel mensen alleen de types waker, de dromer en de slaper kennen, is veelzeggend over onze relatie met dijken: ze zijn alom aanwezig, maar we weten er maar weinig over. Zelfs de overheid zit er wel eens naast: de Afsluitdijk zou eigenlijk Afsluitdam moeten heten, omdat hij dwars door het water ligt.
Toeren over dijken
Eric-Jan Pleijster, die de dijkenatlas samen met Cees van der Veeken schreef, reed een jaar lang door Nederland om alle dijken in kaart te brengen voor het boek. “Ik heb al mijn weekenden opgeofferd aan het toeren over dijken. Ik heb speciaal een four wheel drive gekocht om dijken te berijden en op die manier heb ik denk ik 10.000 kilometer over dijken gereden.”
Het resulteerde in een uitputtend overzicht: beroemde voorbeelden als de Haarlemmerringdijk en Haringvlietdam, maar ook de unieke Stenendijk bij Hasselt, de moderne Balgstuw bij Ramspol en een verdronken dijk van Texel, 600 meter uit de kust. Er is zelfs een plekje ingeruimd voor een stukje over De Dijk, de Amsterdamse band.
Dat zo’n totaaloverzicht nog niet bestond, komt volgens Pleijster doordat het zo'n onoverzichtelijk geheel is. “Er werd me gezegd dat het werk te omvangrijk zou zijn, veel te complex. We zijn al 2000 jaar lang bezig met het aanleggen van dijken, maar lang niet al die activiteiten zijn genoteerd. Eigenlijk waren alleen de belangrijkste dijken goed in kaart gebracht.”
Verplichte kost
Een dijkenatlas is onmisbaar, meent Pleijster. "Heel veel mensen zijn zich eigenlijk niet eens bewust van het feit dat ze achter een dijk wonen, laag in de polder, en dat het land ook zo maar eens onder water zou kunnen staan als zo’n dijk doorbreekt. Dijkenkunde is eigenlijk verplichte kost voor aardrijkskundeles op de middelbare school."
Dat er de afgelopen zestig jaar geen doden zijn gevallen bij overstromingen in Nederland, mag geen excuus zijn. Wij Nederlanders vertrouwen zo op onze dijken, dat we er gemakzuchtig van zijn geworden. "Dat is zorgwekkend. In de VS is waterveiligheid een stuk slechter geregeld, maar mensen zijn zich daardoor wel bewust van de risico’s."
"Als hier een overstroming plaatsvindt, hoeveel mensen worden dan verrast door het water? We zouden met open mond staan te kijken en dan ben je te laat. Dat water kan met een enorme snelheid zo die diepe polders binnenkomen."
Ondergang
En dat is een reëel gevaar. "Het is heus niet zo veilig als we allemaal denken. We denken dat we de zaakjes goed op orde hebben, maar door water uit de polders te pompen, zakt de bodem. Tegelijkertijd stijgt de zeespiegel en wordt rivierwaterafvoer onregelmatiger. We pompen onszelf naar beneden. Het systeem dat we bedacht hebben, kan onze ondergang betekenen."
Anticiperen, aanpassen, verbeteren is daarom het devies. "Beatrix zei in 1997 toen ze de Maeslantkering opende dat de Deltawerken nu af zijn. Maar dat is helemaal niet zo! Natuurlijk was het een prachtige mijlpaal, maar die Deltawerken zijn nooit af. Ons land is nu redelijk goed beveiligd tegen de zee, maar nu komt het risico vanuit de rivieren. Het werken aan dijken is nooit klaar."
Bovendien leren we nog altijd bij. Dat veendijken ook door grote droogte kwetsbaar kunnen worden, ontdekten we in 2003, toen in Wilnis een wijk onderliep na een doorbraak. "We hebben in de loop der tijd met iedere schokgolf dijktypen verder ontworpen. Op die manier was er bij iedere ramp een impuls om de dijken verder te verstevigen."
Slimmer
Dat is tegenwoordig geen kwestie meer van de dijken hoger maken. In steden is daar geen plek voor en vaak leidt het tot protesten. We moeten dus weg van de ‘ingenieursdijken’ uit de tijd na de Watersnoodramp, groot en groen met schapen erop.
Nu moet het breder en slimmer, bijvoorbeeld door dijken flauwe taluds te geven die de golfslag breken. Of door de Zandmotor voor de kust van Zuid-Holland, waar de zee een kunstmatige zandbank langzaam omvormt tot een natuurlijke waterkering.
Ook verwacht Pleijster, die dankzij het boek 'dijk-inspirator' werd bij het waterschap Rivierenland, dat de dijken vaker worden gebruikt als meer dan alleen waterkering. Er is bijvoorbeeld plek voor wind- en zonne-energie.
En Pleijster ziet meer plek voor dagjesmensen. "Als je op een zondag de dijk op gaat, wordt je voorbij geraasd door fietsers, oldtimers, skaters, wandelaars. Voor mij zijn dijken de parken van de toekomst."
"Die dingen liggen er maar, we kunnen ze inzetten voor meer dan alleen het water."
Dijken van Nederland - Eric-Jan Pleijster en Cees van der Veeken