Tot welke sociale klasse behoor ik?
In het rapport 'Verschil in Nederland' heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de Nederlandse bevolking ingedeeld in zes sociale klassen. Het resultaat is een 'clubsandwich' met een 'harde' boven- en onderlaag.
Ontdek hieronder tot welke sociale klasse u door het SCP wordt gerekend.
Bovenkant sandwich: gevestigde bovenlaag (15 procent)
Hoogst opgeleid, met hoogste inkomens en vermogens. Zelfstandigen en gepensioneerden zijn oververtegenwoordigd. Nergens is het aandeel mensen met koopwoningen zo groot als in deze klasse. Uitgebreid sociaal netwerk. Weinig niet-stemmers.
Politieke voorkeur vooral VVD of D66.
Geluk 8
Jongere kansrijken (13 procent)
Gemiddeld hoogopgeleid. Geen hoog inkomen en bescheiden vermogens, veelal huurders. Veel zijn zelfstandigen. Vaak alleenstaand. Goede beheersing van zowel Engels als digitale vaardigheden. Een derde stemt niet.
Politieke voorkeur vooral D66.
Geluk 7,7
Werkende middengroep (27 procent)
Grote arbeidsdeelname, vrijwel uitsluitend in loondienst. Meestal eigenwoningbezitter met een beperkte overwaarde. Vaak wonend in gezinnen met kinderen. Redelijk sociaal netwerk, maar het netwerk met betrekking tot de arbeidsmarkt is beperkt. Weinig niet-stemmers, maar een op de vijf weet niet op welke partij hij of zij moet stemmen.
Politieke voorkeur vooral D66 en VVD, gevolgd door SP.
Geluk 7,6
Comfortabel gepensioneerden (17 procent)
Laagopgeleid, redelijk inkomen en behoorlijk vermogen. Vaak in bezit van een huis met veel overwaarde. Slechte kennis van digitale technieken en slechte beheersing van de Engelse taal. Tamelijk luxueuze levensstijl. Bezoeken relatief vaak kerk of moskee. Stemmen meestal wel.
Politieke voorkeur vooral CDA, gevolgd door VVD en D66. Relatief veel 50plus-kiezers.
Geluk 7,6
Onzekere werkenden (14 procent)
Opleidingsniveau gemiddeld. Leven wordt vooral bepaald door de arbeidsmarkt, met veel tijdelijke contracten en werkloosheid. Veel huurders, bij eigenwoningbezit staat het huis vaak 'onder water'. Relatief veel migranten en een-oudergezinnen. Grootste aandeel niet-stemmers.
Politieke voorkeur vooral SP, PVV en D66.
Geluk 6,1
Onderkant sandwich, zogenoemd precariaat (15 procent)
Laagopgeleid, vaak met uitkering of karig pensioen. Weinig of geen vermogen, bijna altijd huurder. Relatief ongezond en te zwaar. Geringe digitale vaardigheden en slechte beheersing van Engels. Gering sociaal netwerk. Veel niet-stemmers en mensen die niet weten op wie ze moeten stemmen.
Politieke voorkeur vooral SP, PVV en PvdA.
Geluk 6,3
Ondanks de grote verschillen hebben de hoogste en laagste laag een overeenkomst: beide groepen zijn sterk gericht op het eigen milieu.
In de termen van het SCP staan de mensen in de twee laagste klassen het zwakst in hun schoenen. Dat betekent dat bijna 30 procent van de bevolking tot de 'onderkant' van de samenleving wordt gerekend.