Op Oudjaarsdag wordt nauwelijks extra mankracht ingezet om te controleren of de nieuwe afsteektijden voor vuurwerk worden nageleefd, blijkt uit een steekproef van de NOS.
De wet wordt op dit moment aangepast, waardoor de komende jaarwisseling het afsteken van vuurwerk pas is toegestaan op 31 december vanaf 18.00 uur. Eerder mocht vuurwerk al 's ochtends worden afgestoken.
Meer inzet wenselijk
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie gaat ervan uit dat het afsteekverbod wordt gehandhaafd met de inzet van extra politieagenten en bijzondere opsporingsambtenaren (boa’s). "De inperking van de afsteektijden zal meer (...) capaciteit vergen", schreef Opstelten in de toelichting bij het kabinetsbesluit.
Volgens de minister onderschrijven alle instanties (politie, VNG, Openbaar Ministerie) dat meer inzet "wenselijk" is, maar in een steekproef van de NOS geeft driekwart van de gemeenten aan geen extra mensen in te zetten om overtreders op te sporen en aan te pakken.
De NOS heeft 403 gemeenten aangeschreven. Daarvan hebben er 256 gereageerd.
Gemeenten zeggen dat ze de krappere afsteektijden vooral zien als een instrument om ernstige overlast aan te pakken. In de praktijk zal dat meestal betekenen dat iemand die ’s ochtends vuurwerk afsteekt geen boete krijgt. Agenten en bijzondere opsporingsambtenaren zullen voornamelijk ingrijpen bij incidenten of als er zwaar illegaal vuurwerk wordt afgestoken.