Oekraïne herdenkt genocide onder Stalin
In Oekraïne zijn de miljoenen slachtoffers van de hongersnood uit de jaren 30, ofwel de Holodomor, herdacht. Onder het bewind van Sovjet-leider Jozef Stalin stierven tussen 1932 en 1933 miljoenen Oekraïners door het gebrek aan voedsel.
De Oekraïense president Porosjenko en zijn vrouw Marina waren aanwezig bij de herdenkingsceremonie in de hoofdstad Kiev. Daar legden ze bloemen bij het Holodomor-monument, een beeld van een broodmager meisje.
Porosjenko vergeleek de ramp met de huidige situatie in het land. Hij noemde de recente oorlog in Oekraïne volgens de krant Kyiv Post "een voortzetting van de imperialistische genocide tegen het Oekraïense volk".
Genocide
Voor het eerst sinds jaren was de president bij de herdenking aanwezig. Porosjenko's voorganger Viktor Janoekovitsj, die nauwe banden met Rusland onderhield, was fel tegen de herdenking. Hij vond de hongersnood geen herdenking waardig. Meteen na zijn aantreden in 2010 liet hij informatie over de Holodomor van de presidentiële website schrappen.
De hongersnood werd in 2006 officieel tot genocide verklaard door de regering van de Westers-georiënteerde Viktor Joesjtsjenko.
Hongersnood
In de jaren 30 diende Oekraïne als 'graanschuur' voor de Sovjet-Unie. Onder leiding van Moskou moesten Oekraïense boeren hun opbrengsten afstaan om een snelle economische groei van de Sovjet-Unie en vooral Rusland mogelijk te maken.
De Russische vraag naar graan werd steeds groter, waardoor de boeren zelf niets overhielden. Russische militairen verhinderden dat inwoners elders op zoek gingen naar eten.
Ook werden illegale voedseltransporten onmogelijk gemaakt. Het gevolg was dat er miljoenen mensen stierven van de honger. De schattingen over het aantal slachtoffers lopen uiteen van 2,4 tot 7,5 miljoen Oekraïners.