'Bewijs voor executies van Molukse treinkapers'
Zeker drie Molukse kapers zijn in 1977 bij de bestorming van de gekaapte trein bij De Punt van dichtbij door mariniers geëxecuteerd terwijl ze al waren uitgeschakeld en geen verzet boden. Dat concludeert Liesbeth Zegveld, advocaat van nabestaanden.
Ze baseert zich op de autopsierapporten en een rapport van het Gerechtelijk Laboratorium van Justitie die ze onlangs heeft ingezien. Zegveld heeft de Staat aansprakelijk gesteld namens nabestaanden van vijf omgekomen kapers en een kaper die ernstig gewond raakte.
Geweld
Negen Molukse jongeren, acht mannen en een vrouw, kaapten op 23 mei 1977 bij De Punt een trein. De actie stond in het teken van de strijd voor een onafhankelijke Molukse republiek, de RMS. Na twintig dagen maakten speciale eenheden van het korps mariniers met geweld een einde aan de treinkaping.
In de vroege ochtend van 11 juni werd de trein beschoten door scherpschutters en mitrailleurschutters. Tegelijkertijd vlogen straaljagers laag over de trein. Kort daarna bestormden mariniers de trein.
Bij de bestorming kwamen zes treinkapers om het leven en raakte er één zwaargewond. Twee kapers bleven ongedeerd. Ook twee gijzelaars kwamen bij de actie om het leven.
In de Molukse gemeenschap is het gewelddadige einde van de actie altijd een open wond gebleven. Al jarenlang gaan er geruchten dat de omgekomen treinkapers door de mariniers zijn geëxecuteerd. Advocaat Zegveld zegt dat daar na al die jaren nu eindelijk bewijs voor is gevonden.
Bij de zes omgekomen kapers zijn destijds samen 144 verwondingen geconstateerd. Drie kapers blijken van dichtbij, door mariniers in de trein, te zijn doodgeschoten. In één geval is een verwonding geconstateerd die erop duidt dat een vuurwapen in direct contact met het slachtoffer is geweest. De kapers zijn ook met revolvers door het hoofd geschoten.
Daarbij is gebruikgemaakt van zogeheten Hollow Point-munitie, kogels die in het lichaam uiteenspatten en extra zware verwondingen veroorzaken. Het gebruik van deze munitie is volgens Zegveld verboden.
Ze werden beschoten terwijl ze reeds waren uitgeschakeld en geen verzet boden
De conclusie van de advocaat is ook dat zeker drie van de zes omgekomen kapers van dichtbij en opzettelijk zijn geëxecuteerd. "Ze werden beschoten terwijl ze reeds waren uitgeschakeld en geen verzet boden", stelt Zegveld.
De twee andere kapers van wie zij de nabestaanden vertegenwoordigt, zijn volgens haar door disproportioneel geweld om het leven gekomen. Ook de gewonde kaper zou het slachtoffer zijn geworden van disproportioneel geweld.
Opvallend is volgens haar ook dat uit de rapporten blijkt dat de mariniers gericht en van dichtbij op lijken van Molukse kapers hebben geschoten.
Schadevergoeding
De Nederlandse overheid heeft er volgens Zegveld jarenlang alles aan gedaan om de werkelijke toedracht in de trein te verbergen. "Essentiële feiten zijn verhuld en er is misleidende en onjuiste informatie verstrekt aan de nabestaanden."
Nabestaanden van vijf omgekomen gijzelnemers en de gewonde kaper hebben de Nederlandse Staat nu aansprakelijk gesteld. Ze willen uiteindelijk een schadevergoeding.
Het ministerie van Veiligheid en Justitie verwijst naar het onderzoek dat op dit moment naar de treinkaping in 1977 wordt gedaan. De resultaten daarvan worden voor 1 december verwacht en dan zal het ministerie reageren op de aansprakelijkstelling.