40 jaar anti-alcoholwet in Nederland
Weet je wetje. Glaasje op? Laat je rijden
Met deze voorloper op 'de Bob' zette Veilig Verkeer Nederland in de jaren 60 het alcoholprobleem in het verkeer op de kaart. Voor het eerst was met onderzoek keihard bewezen dat rijden onder invloed ongelukken veroorzaakte. Op 1 november 1974, precies 40 jaar geleden, leidde het tot de anti-alcoholwet.
De politie mocht voortaan bij alcoholcontroles een blaaspijpje en een bloedproef gebruiken. Er werd een maximaal toegestaan alcoholpromillage vastgesteld van 0,5. De invoering van de nieuwe wet ging samen met een grootscheepse landelijke voorlichtingscampagne. Met succes. Rijden onder invloed nam drastisch af.
De nieuwe wet leidde tot opschudding in de horeca. Ondernemers waren bang voor een forse daling van de omzet. En de spotjes van Veilig Verkeer Nederland, waarin gedreigd werd met de verplichte bloedproef en strafvervolging, veroorzaakten onrust.
Zoveel onrust, dat er bij de eerste landelijke alcoholcontroles nauwelijks overtredingen werden geconstateerd.
Snel en betrouwbaar
Vanaf het midden van de jaren 80 werden de betrekkelijk onbetrouwbare chemische blaaspijpjes geleidelijk vervangen door elektronische ademtesters. De alcoholtest werd hierdoor sneller, betrouwbaarder en goedkoper. De campagnes richtten zich ook steeds meer op jongeren.
De boetes voor rijden onder invloed werden vanaf begin jaren 90 steeds hoger. In 2006 werd de grens van 0,2 promille voor beginnende autobestuurders ingevoerd.
BOB
Met de huidige campagne '100% Bob, 0% op', worden automobilisten aangemoedigd om helemaal niet te drinken voor ze achter het stuur gaan zitten. Zelfs de geringste hoeveelheid alcohol zou al van invloed zijn op het rijgedrag.
Nog altijd is één op de vijf verkeersslachtoffers het directe gevolg van alcoholgebruik.