Koningin ontvangt overlevende bloedbad niet
Door redacteur Esther Bootsma
De enige overlevende van een bloedbad door Nederlandse militairen in Indonesië in 1947 wordt niet ontvangen door koningin Beatrix. Het was de grootste wens van Saih Bin Sakam (87), die voor het eerst in Nederland is om zijn zaak te bepleiten. Maar het kabinet van de koningin heeft zijn verzoek om een ontmoeting afgewezen.
De zaak - excuses en schadevergoeding voor de nabestaanden van de massa-executie in Rawagede - ligt politiek nog zo gevoelig, dat Saih overal stuit op dichte deuren. Hij heeft vanmiddag een korte ontmoeting met SP-parlementariër Harry van Bommel, maar de vaste Kamercommissie voor buitenlandse zaken wil hem niet ontvangen. Indië-veteranen evenmin. Alleen op een school in Groningen, het Willem Lodewijk gymnasium aan de toepasselijke Verzetsstrijderslaan, is de oude man van harte welkom.
Coole Indonesiërs
"Hé, dat zijn die coole Indonesiërs", roept een leerling, als de kleine, broodmagere Saih Bin Sakam door de gangen van de school schuifelt. Hij is er samen met leden van het Comité Nederlandse Ereschulden, dat Saih naar Nederland heeft gehaald om zijn zaak en die van acht weduwen uit het dorp Rawagede te bepleiten. Leerlingen hangen aan zijn lippen, als Saih vertelt over de dramatische gebeurtenissen op 9 december 1947.
"Nederlandse militairen kwamen naar ons dorp om een guerrillastrijder te zoeken", vertelt hij. Ze vonden hem niet, en schoten daarna bijna de hele mannelijke bevolking van Rawagede dood. "Samen met mijn vader en andere mannen moest ik op een rij gaan staan. Met mitrailleurs schoten ze ons takatakatak neer", gebaart hij met zijn handen.
Litteken
Moeizaam staat hij op en trekt hij zijn jasje op om de leerlingen het litteken van de kogel in zijn rug te laten zien. Saih was de enige die het bloedbad overleefde. Hij hield zich dood, tot de Nederlandse militairen vertrokken. Schattingen over het aantal doden lopen uiteen, van 150 (het officiële Nederlandse cijfer) tot 433 (volgens Indonesiërs).
Negen weduwen en Saih eisten twee jaar geleden excuses en 'kompensasi' van de Nederlandse Staat. Ze waren de eerste Indonesiërs die dit deden. Maar volgens de overheid is de zaak verjaard en keert de staat daarom geen schadevergoeding uit. De rechtszaak loopt nog; volgens advocaat Liesbeth Zegveld kunnen oorlogsmisdaden niet verjaren. Bovendien meet de regering volgens haar met twee maten, want slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog krijgen soms wel compensatie.
De gymnasiumleerlingen vinden het een schande. Ze zijn verbijsterd dat Nederland zo weinig heeft gedaan voor de nabestaanden van Rawagede. 'Hoe hebben jullie het dorp weer opgebouwd?', vragen ze Saih. 'Heeft u wel eens psychologische hulp gehad?', vraagt een jongen, waarop Saih uitbarst in een brede tandenloze schaterlach.
Indië-veteranen
Schuldig voelen de leerlingen zich niet over de misdaden van de generatiegenoten van hun grootvaders. Daarvoor is het te lang geleden. Maar ze begrijpen wel dat deze kwestie gevoelig ligt bij Indië-veteranen. "Ja, dat snap ik", zegt een leerling. "Maar het is zo lang geleden, daar moeten ze toch in redelijk overleg overheen zien te stappen? Meneer Saih heeft helemaal niks, hij is straatarm. Het is toch de plicht van Nederland om die mensen tegemoet te komen? Ze hebben nog maar zo kort te leven, laat dat dan een menswaardig bestaan zijn."