'Leraren nodig met plezier in het vak'
Door verslaggever Pauline Broekema
Er werd regelmatig gevochten op de eerste school waar hij lesgaf. De kinderen zaten ongewassen, in vuile kleren in de bank. Het onderwijs lag stil na de uitbraak van een epidemie.
De leerlingen kwamen nooit hun buurt uit. Hadden nimmer een bos gezien, koeien, een moestuin, een perenboom. De zee, rivieren.
Dat waren de leerlingen van Jan Ligthart. Een onderwijzer met een passie, een ideaal. Op zijn grafsteen staat geschreven: "De heele opvoeding is een kwestie van liefde, geduld en wijsheid en de laatste twee groeien, waar de eerste heerscht".
Het Nederlandse onderwijs heeft behoefte aan leerkrachten als Ligthart, is de overtuiging van Cordula Rooijendijk. Mensen met passie en hartstocht voor hun vak. Ze draagt het uit in het pas verschenen 'Grootvader Piepestok: Een geschiedenis van Nederlandse schoolmeesters'.
Lijfstraffen
Jan Ligthart is de Piepestok uit de titel van het boek. Hij wordt in 1884 hoofd van de School voor Onvermogenden, in de Haagse Schilderswijk. Tochtige, vochtige lokalen; een gemeente die zich afzijdig houdt. Tot zijn aantreden leren de kinderen er amper iets. Onder Ligthart verandert dat.
De geboren Amsterdammer heeft in zijn jeugd gezien hoe het niet moet. Hij spijbelt omdat hij gruwt van de strenge meesters, "hard als een stuk uitgedroogd leer". Hij haat school, waar lijfstraffen worden gegeven, hoewel dat sinds 1820 is verboden. Die ervaringen vormen hem.
Op een lagere school van de Christelijk Gereformeerde Kerk voelt hij zich pas thuis. De meester is streng in de leer, maar wel aardig. Hij moedigt aan, deelt complimenten uit. School kan leuk zijn. Al ligt zijn hart bij taal, ineens blijkt hij ook goed te kunnen rekenen. Hij wordt geïnspireerd door een leraar die weet wat zijn kinderen interesseert.
Ot en Sien
Die levenservaring brengt hij later in de praktijk, op school en achter zijn bureau. Hij schrijft de zeer succesvolle Ot en Sien-serie: de jongen en het meisje, gelijkwaardig aan elkaar, die simpele avonturen beleven in hun eigen, herkenbare leefwereld.
Ligthart haalt het voor zijn kinderen zo onbekende buitenleven de school in: hij maakt excursies met ze, naar het rivierenland en de zee.
De Haagse kinderen uit de achterstandswijk lopen weg met hun meester. Mooi is de beschrijving van Ligthart op het plein, aan het begin van de dag. Omstuwd door kinderen die allemaal aan meester hun verhaal kwijt willen. Hij is soms kind met de kinderen. Als de pauze voor de allerkleinsten is aangebroken, rent hij hun klas in en roept met hoge stem "Grootvader Piepestok! Grootvader Piepestok!".
Een collega herinnert zich: "Ze vlogen hier, ze vlogen daar, trokken zijn zijn jas, aan zijn beenen en lachten, dat men zelf mee moest lachen, of men wilde of niet om de onschuldige pret van de kinderen en den bovenmeester."
Obesitas
Die meester Piepestok moet terug in het onderwijs, vindt Rooijendijk. Ze beschrijft meer lichtende voorbeelden. Van Lanckvelt, Zwijsen, Thijssen. Zelf is ze ook onderwijzeres op een basisschool. Dat wordt vaak niet begrepen. Wat doet ze er als afgestudeerd geografe, vraagt men zich af.
En de regelgeving uit Den Haag? De vernieuwingsdrang wordt aangejaagd door onderwijsadviesbureaus, pedagogen, onderwijsmanagers, deskundigen, expertisecentra en methodeschrijvers. Mensen die verdienen aan veranderingen en nieuwe methoden.
Wel moet nodig iets worden gedaan aan het niveau van de Pedagogische Academie en de status van het vak, stelt Rooijendijk. Ze besluit met een hartstochtelijk pleidooi voor het ontwikkelen van een onderwijsvisie voor de lange termijn. "Omdat we leraren nodig hebben met plezier in het vak. Mensen die het leraarschap een van de mooiste beroepen ter wereld vinden."
Reageer op het weblog van Pauline Broekema
Grootvader Piepestok: Een geschiedenis van Nederlandse schoolmeesters - Cordula Rooijendijk - Atlas - ISBN:9789045016672 - €19,90