NOS NieuwsAangepast

Cobra-schilder Corneille overleden

De Nederlandse Cobra-schilder Guillaume Cornelis Beverloo, beter bekend als Corneille, is overleden.

Corneille was een van de oprichters van de na-oorlogse Cobra-groep, een beweging waartoe ook Karel Appel en Lucebert behoorden. Hij gold als een van de succesvolste Nederlandse schilders van de twintigste eeuw.

Corneille wordt op 3 juli 1922 als Guillaume Cornelis van Beverloo uit Nederlandse ouders in het Belgische Luik geboren. Als 17-jarige verhuist hij naar Haarlem. Later, in 1940, gaat hij naar Amsterdam, waar hij tot 1943 studeert aan de Kunstnijverheidsschool en een cursus tekenen en etsen volgt aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Op die academie leert hij ook de latere schilder en beeldhouwer Karel Appel kennen.

Autodidact

Als schilder is hij autodidact. Aanvankelijk gaat Corneille in zijn kunst uit van de realiteit; hij schildert stillevens, landschappen en figuren. In 1946 had hij zijn eerste solotentoonstelling in Groningen.

Corneille heeft maar een kort deel van zijn leven in Nederland gewoond. Sinds 1950 woonde en werkte hij in Parijs. Zijn schilderijen zijn vrolijk en kleurrijk. De zon, vrouwen, bomen en vogels zijn steeds weer terugkerende elementen. Vooral voor vogels heeft hij een zwak; de artiestennaam Corneille betekent in het Frans 'kraai'.

Cobra-groep

In 1948 is de schilder betrokken bij de oprichting van de Cobra-groep, een club van gelijkgestemde Deense, Belgische en Nederlandse kunstenaars. Niet alleen schilders, ook schrijvers en dichters als Remco Campert en Hugo Claus behoren tot de Cobra-groep.

De kunstenaarsgroep blijft slechts drie jaar bestaan, maar is wel bepalend geweest voor het werk van Corneille. Volgens de schilder willen de Cobra-kunstenaars zich vooral uiten als kinderen en onbevangen met kleuren kunnen spelen.

'Dat kan mijn zoontje ook'

Nederland is in die tijd nog niet toe aan deze nieuwe expressionistische kunstvorm: de kleuren zijn te fel, de schilderijen te kinderlijk. "Dat kan mijn zoontje van vijf ook", is een veel gehoord commentaar op het werk van Corneille en andere Cobra-kunstenaars.

De schilders zelf worden ook als onfatsoenlijk beschouwd door preuts Nederland, onder meer vanwege hun lange haren en rode dassen.

Commercie

Corneille is niet vies van commercie, wat hem regelmatig op kritiek komt te staan. Zo ontwerpt hij cd-hoezen voor artiesten, maakt hij de 'Corneille-balpen' en een Corneille-stropdas. In Amsterdam rijdt een tijdlang de Corneille-tram.

Dat alles levert de schilder grote bekendheid op, maar het valt minder goed bij Nederlandse musea en kunstcritici. Corneille zegt het nooit voor het geld te hebben gedaan. In een interview met de Groene Amsterdammer in 1995 zegt hij: "Zo'n das levert mij vrijwel niets op, hoogstens tienduizend gulden. Het gaat mij om de creativiteit, en creativiteit zit overal in. Je kan een huid beschilderen, de straat, een vrouwelijk lichaam, waarom dus geen stropdas? Ik weet zeker dat Rembrandt ook een stropdas zou hebben beschilderd."

Museum

In 1995, 47 jaar na de oprichting van Cobra, opent in Amstelveen het Cobra Museum voor Moderne Kunst haar deuren. Veel van Corneille's werk is in dat museum te zien.

Het museum noemt de dood van Corneille een "groot verlies voor de Nederlandse en de internationale kunstwereld". Volgens directeur Weitering was hij één van de belangrijkste naoorlogse kunstenaars en maakte hij deel uit van een Europese voorhoede.

De schilder overleed vandaag in zijn geliefde Frankrijk. Corneille is 88 jaar geworden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl