SS-verleden Bernhard al bekend bij oorlogskabinet
Al tijdens de Tweede Wereldoorlog was bij het Nederlandse kabinet bekend dat prins Bernhard lid was geweest van een hulpdienst van de SS. Dat schrijft NRC Handelsblad naar aanleiding van eigen onderzoek in het Nationaal Archief in Den Haag.
Uit het onderzoek wordt duidelijk dat in september 1944 minister van Buitenlandse Zaken Van Kleffens in Londen een vraag uit Washington ontvangt. De Amerikaanse gezant wil weten of berichten in de Amerikaanse pers over het SS-lidmaatschap van Bernhard moeten worden weersproken. Van Kleffens stuurt een codetelegram retour: "Ik maak hieruit op dat U wellicht niet bekend is dat de betrokkene inderdaad korten tijd lid is geweest van een S.S. hulpdienst, waaraan hij, wellicht om erger te voorkomen, toen niet kon ontkomen".
Suffen Het telegram is volgens NIOD-historicus Gerald Aalders het eerste bewijs dat het toenmalige kabinet-in-ballingschap op de hoogte was van het SS-lidmaatschap van de prins. "Ik moet er wel bij aantekenen dat ze een beetje hebben zitten te suffen in Washington, want op 13 juni 1941 stond het ook al in dezelfde krant, The New York Times. En drie dagen later nog eens een keer", zegt Aalders tegen de NOS.
Motorrally Over de SS-afdeling waar Bernhard lid van was, zegt Aalders: "Hij zat niet bij die gruwelijke SS waar wij altijd die voorstellingen van hebben". "Het was een soort club die zich bezig hield met motorrally's". Al sinds 1933 was Bernhard lid van nazi-partij NSDAP.
Kort voor het versturen van het telegram was Bernhard aangesteld als commandant van de net opgerichte Binnenlandse Strijdkrachten, een samenvoeging van enkele belangrijke verzetsorganisaties.
Wilhelmina Aalders houdt er rekening mee dat koningin Wilhelmina wist van het SS-lidmaatschap van haar schoonzoon. Historicus Cees Fasseur is een andere mening toegedaan. Voor hem staat vast dat Wilhemlina pas na de Tweede Wereldoorlog op de hoogte was gebracht door haar ministers.
Het codetelegram over prins Bernhard is onderdeel van honderden meters archiefmateriaal dat begin dit jaar openbaar is gemaakt door het Nationaal Archief.