'Met Haïti komt het niet meer goed'

Haïti zal de aardbeving van dinsdag niet meer te boven komen, zegt Marcel Haenen, voormalig correspondent van NRC Handelsblad in Latijns-Amerika.

"De wereldgemeenschap zou moeten overwegen om het eiland helemaal te ontruimen. Dat is beter dan hier nog iets van te maken."

Haïti is volgens Haenen onder normale omstandigheden al een rampgebied. "Wie voor de aardbeving in Port-au-Prince was, moet al hebben gedacht dat er iets ergs was gebeurd. Ik zeg dat zonder cynisme."

Kinderen De hoofdstad is niet te redden, zegt Haenen. "Je bouwt op die plek geen fatsoenlijke stad meer op."

De hulpverlening staat volgens de journalist machteloos, onder meer omdat de normaal al gebrekkige infrastructuur nu helemaal weg is. "Er staat geen ministerie overeind, er is geen bestuur meer. Je hoort al berichten over plunderingen, daar komt binnenkort ook de uitbraak van ziekten bij."

Haïti, net zo groot als België, heeft volgens Haenen te maken met overbevolking. Er wonen tien miljoen mensen voor wie er niet of nauwelijks werk is. Een groot deel van de Haïtianen zijn kinderen. Over tien jaar zijn er twintig miljoen mensen en die krijgen ook allemaal tien kinderen."

Beroofd De inwoners zijn afstammelingen van slaven die door Frankrijk "onder afschuwelijke omstandigheden" naar het eiland zijn gebracht.

In de achttiende eeuw stond Haïti bekend als de 'Parel van de Antillen'. Het was een rijke kolonie van Frankrijk, tot het land zich na een oorlog tegen de Fransen in 1804 onafhankelijk verklaarde. Voordat het zover was had het Frankrijk van Napoleon Haïti beroofd van zijn rijkdom.

Meer dan 200 jaar onafhankelijkheid heeft het land niet veel verder gebracht, zegt Haenen. "Sterker nog, de machthebbers van de afgelopen vijftig jaar hebben het land nog meer geplunderd dan de Fransen."

Kathedraal De koloniale geschiedenis heeft er volgens Haenen toe geleid dat de bevolking sterk de neiging om voor de oplossing van de vele problemen naar het buitenland te kijken.

Ook vertouwen de Haïtianen heel sterk op het geloof. "Ze zijn heel religieus en ze bidden zich een ongeluk. Dan is het wel tragisch dat één van de eerste gebouwen die instortten, de kathedraal was. En één van de eerste slachtoffers was de aartsbisschop."