Brexit kost Nederland 10 miljard euro volgens CPB

Een vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zal de Nederlandse economie miljarden kosten. Door de terugloop van de handel met de Britten kan het economisch verlies in 2030 oplopen tot 1,2 procent van het bruto binnenlands product, wat neerkomt op ongeveer 10 miljard euro. Dat heeft het Centraal Planbureau (CPB) berekend.

De Britten beslissen op 23 juni in een referendum of ze lid van de EU willen blijven. Als het antwoord nee is, leidt dat direct tot economische schade. In Nederland is die relatief groot, omdat Nederland veel handel drijft met de Britten. De schade op korte termijn wordt mede veroorzaakt door de onzekerheid over hoe de nieuwe handelsrelatie eruit zal zien.

Het CPB gaat ervan uit dat het daadwerkelijke uittredingsproces twee jaar gaat duren. De onderhandelingen over nieuwe handelsovereenkomsten zullen ook tijd vragen. De onzekerheid over de uitkomst daarvan is nu al zichtbaar, zegt het CPB.

Op de langere termijn neemt de schade toe omdat beide economieën zich aan de nieuwe situatie moeten aanpassen. Zo zullen invoertarieven stijgen. Ook zullen er verschillen ontstaan in de eisen die aan producten gesteld worden om binnen de EU en het Verenigd Koninkrijk verkocht te mogen worden.

Vooral bedrijven in elektrische apparaten, motoronderdelen, de chemie en uit de vleesverwerkende industrie merken de gevolgen van een brexit. 

De pijn wordt verzacht als de EU en de Britten een vrijhandelsverdrag sluiten. In dat geval zal de totale economische schade voor Nederland 20 procent lager uitvallen.