Tech 2016: Anoniem internetten via Tor
De NOS-techredactie blikt terug op het afgelopen jaar aan de hand van vijf thema's: startups, big data, online video, mobiele netwerken en privacy. Vandaag Roger Dingledine, mede-oprichter en hoofd van Tor, een netwerk om anoniem te kunnen internetten.
Waarom is het zo belangrijk om anoniem te kunnen internetten?
Wij zijn een van de weinige tools die je kunt gebruiken om veilig online te zijn. We worden door allerlei mensen gebruikt: activisten in landen als Syrië, Iran, Egypte en Tunesië. Maar ook uit Nederland en Duitsland. Met Tor kunnen mensen anoniem hun stem laten horen of informatie inwinnen, zonder dat ze worden gevolgd en in grote databases worden gestopt.
Tor is oorspronkelijk opgezet als anonimiteitsnetwerk. Maar toen het er eenmaal was, kreeg ik opeens mailtjes van mensen uit China en Iran, die Tor bleken te gebruiken om censuur van de overheid te omzeilen. Later probeerden die overheden Tor te blokkeren, dus daar moesten we weer maatregelen tegen nemen.
Tor wordt gebruikt door mensen die iets willen aankaarten, zoals dissidenten en klokkenluiders, maar ook door mensen met minder nobele doelen. Denk aan kinderporno en andere criminaliteit. Wat vind je daarvan?
Er zijn goede mensen, en ik ben blij dat ik ze kan helpen om veilig te communiceren op internet. Je hebt ook slechte mensen, en die kunnen op meerdere manieren van de radar blijven. Je zou kunnen zeggen dat het een tweezijdig zwaard is: er zijn goede mensen en slechte mensen, en uiteindelijk is Tor een goede technologie, omdat die goede mensen veilig zijn.
Maar de goede zijde van het zwaard snijdt scherper dan de slechte. Er zijn nu eenmaal weinig manieren voor mensen om veilig te zijn op internet. Terwijl er veel meer manieren zijn voor mensen met slechte bedoelingen om anoniem te blijven. Als Tor zou verdwijnen zou dat slecht zijn voor mensen met goede bedoelingen, terwijl kwaadwillenden er veel minder last van ondervinden. Dus uiteindelijk is Tor goed voor de wereld.
Na de aanslagen in Parijs neemt de roep om meer surveillance toe. Ben je bang dat de overheid ook achter Tor aan gaat, om jullie bijvoorbeeld een achterdeurtje te laten inbouwen?
De overheid is gefrustreerd omdat ze niet alles kan lezen op internet, omdat computersystemen ook voor de overheid niet zomaar toegankelijk zijn. Eigenlijk wil de overheid gewoon toegang kunnen krijgen tot alle systemen. Ze hebben informeel wel eens gepolst of we Tor wilden verzwakken, zodat het eenvoudiger te kraken is. Maar of ik bang ben? Nee, niet echt. We moeten hiervoor vechten, we gaan geen achterdeurtje in Tor stoppen en ze kunnen ons niet dwingen.
Ik ben blij dat bedrijven als Apple (dat met iMessage een versleutelde-berichtendienst aanbiedt, red.) dit gevecht in het openbaar oppakt. We proberen de overheid zelf te leren hoe Tor werkt, en dat we niet de vijand zijn. De vraag is: hoe houden we mensen veilig? Het zwakker maken van software door er achterdeurtjes in te stoppen, helpt daar niet bij.
Waarom zijn jullie begonnen met Tor?
Bij MIT deed ik begin van deze eeuw onderzoek naar een manier om anoniem documenten te kunnen delen. Mensen moesten er documenten kunnen delen zonder te weten wie de plaatser van de documenten is, en mensen zouden de documenten anoniem moeten kunnen uploaden.
Dat bleek heel moeilijk, omdat er niet zoiets bestond als een netwerk waarmee je anoniem kunt communiceren. Toen ontmoette ik een aantal onderzoekers die werkten aan een anonimiteitsnetwerk. Ik besloot daar een tijdje aan mee te werken, en dat leidde tot Tor. Uiteindelijk is Tor ook veel nuttiger dan mijn systeem voor anonieme documenten.
Wat zijn jullie plannen voor volgend jaar?
We willen iets toevoegen aan Tor dat het moeilijker moet maken voor geheime diensten of andere organisaties om te knoeien met de code in de software. Als de geheime dienst een computer hackt waarop computerprogramma's worden gemaakt, kan ze bijvoorbeeld een achterdeurtje inbrengen. Wij willen het mogelijk maken om te controleren of er met de code is gerommeld. Daarvan kunnen ook andere makers van software profiteren.
We worden daarnaast een volwassener organisatie, en we willen geld uit meerdere bronnen krijgen. Nu krijgen we veel subsidie van bepaalde overheidsdepartementen, maar dat brengt beperkingen met zich mee. Zo wil de overheid liever investeren in nieuwe functionaliteit dan het onderhouden van bestaande functionaliteit.