Armzalig Nederland verliest en mist EK

Volgend jaar is het Nederlands elftal voor het eerst sinds 1984 niet van de partij op het EK. Oranje moest hopen op het wonder van Konya, maar gooide zelf al z'n eigen glazen in door in de Arena met 3-2 te verliezen van Tsjechië.

Goede start

De start van de mannen van bondscoach Danny Blind was nog wel aardig met kansen voor Anwar El Ghazi en Wesley Sneijder, maar stukje bij beetje verloor Nederland de regie op het middenveld. En zodra de Tsjechen aanzetten, werd de onervarenheid van de Oranje-defensie pijnlijk blootgelegd.

Zo keek iedereen in de 24ste minuut werkeloos toe hoe Pavel Kaderábek de kwetsbaar ogende doelman Jeroen Zoet in de korte hoek passeerde. Elf minuten later was het opnieuw raak volgens hetzelfde recept. Nu werd Josef Sural geen strobreed in de weg gelegd.

Stuurloos

Oranje was geheel stuurloos en Blind kon het niet langer aanzien. Nog voor rust bracht hij Robin van Persie binnen de lijnen en zowaar ging het iets beter lopen. De omzettingen leidden tot wat kansjes en een rode kaart voor de Tsjech Marek Suchy.

Na rust was die kleine sprankeling in het spel weer als sneeuw voor de zon verdwenen. En het dieptepunt moest nog komen: in de 66ste minuut kopte de arme Van Persie (ongehinderd) de bal uit een vrije trap achter zijn eigen doelman.

Met de oranje EK-dromen aan diggelen kwam Nederland, tussen alle misverstanden en balverlies door, nog tot wat kansjes. Met een rake kopbal deed Klaas-Jan Huntelaar wat terug en ook Van Persie vond in de slotfase nog een keer het doel.

Blamage en pijn

Nederland werd zelfs nog een penalty onthouden, toen Van Persie over de knie ging. Maar ook met een gelijkspel zouden de blamage en de pijn er niet minder om zijn geweest.