Poolexpeditie dag 7: In een kajak over de IJszee
Een grote Nederlandse wetenschappelijke expeditie vaart door het Noordpoolgebied. NOS-weerman Peter Kuipers Munneke en verslaggever Martijn Bink varen mee en houden een dagboek bij. Vandaag in deel 7 een bijdrage van Peter Kuipers Munneke.
Door een spookachtig landschap, waar koude flarden mist over de oranjebruine toendra zweven, maak ik vandaag met een groep wetenschappers en toeristen een lange wandeling. Ineens zien we achter een heuvel bij de baai damp opstijgen. Een grote groep walrussen misschien? Opgewonden maar ook een beetje bezorgd loopt onze gids vooruit om een kijkje te nemen. Opgelucht komt hij even later bij ons terug: het is rook van een kampvuurtje. Ernaast op de toendra liggen drie kajaks, er staat een tent, en er zit een vrouw van amper 25 jaar.
40 uur peddelen
Ze komt uit Nieuw-Zeeland, en samen met twee landgenoten en vier Noren blijken ze de eerste groep die er in lijken te slagen om per kajak om Spitsbergen heen te varen. Ze vertelt: "Twee maanden geleden zijn we uit Longyearbyen vertrokken. We hebben deze tocht zes jaar lang voorbereid. Het stuk rond Nordaustlandet was veruit het lastigst en het gevaarlijkst."
Daar ligt de grootste ijskap van Spitsbergen, en de zuidkust is een verticale ijswand van 200 kilometer lang. "We moesten 40 uur non-stop doorpeddelen voordat we ergens op een rotspunt op adem konden komen." Daarmee vergeleken is hun eerstvolgende oversteek, 15 uur van Edgeøya terug naar het hoofdeiland over het wijde Storfjorden, een peulenschilletje.
"In de afgelopen twintig jaar zijn een paar eerdere pogingen op niets uitgelopen", vertelt onze expeditieleider Jan Belgers. "Vijftien jaar geleden zijn twee Noren een houten hut in gevlucht toen ze een ijsbeer zagen. Die heeft vervolgens hun kajaks aan gort geslagen. Na drie weken wisten ze de aandacht te trekken van een helikopter die overvloog."
Volgens Belgers zijn ijsberen en walrussen voor kajakkers een groot probleem. "Ze vallen gemakkelijk aan en zijn niet bang voor mensen." Ook deze groep heeft in totaal 40 ijsberen gezien, sommige op minder dan honderd meter.
Fruit
We laten ze achter met een paar chocoladerepen en vers fruit. Dat hadden ze al een tijdje niet meer gehad. Daarna moeten we weer verder, nog 12 kilometer naar de plaats waar wij opgepikt worden. We waanden ons hele avonturiers, maar na dit verhaal voelen we ons weer gewone wandelaars.