'WK beachvolleybal is bekroning op jaren van pionierswerk'
"Ik ben apetrots", erkent beachvolleybalpionier Michel Everaert kort voor de start van het WK. "Tien jaar geleden bestond de sport eigenlijk niet, nu staat beachvolleybal vol op de kaart en horen de Nederlandse teams tot de top van de wereld."
Dat de sport jong is, zeker in Nederland, weet Everaert als geen ander. Toen hij in de jaren negentig de overstap maakte van de hal naar het zand, werd beachvolleybal nauwelijks serieus genomen. Sterker, Everaert zelf wist amper wat het was.
Primitief, maar prachtig
"Mijn broertje vertelde destijds dat hij tweede van Nederland was geworden met beachvolleybal. Ik wist niet waar hij het over had, maar ik dacht dat als hij tweede kon worden dat ik dan wel eerste moest kunnen worden", verklaart Everaert het ontstaan van zijn interesse.
Aan die pioniersjaren bewaart hij goede herinneringen. "Het was zo primitief als maar kan, maar ook echt prachtig. We hadden wel een trainer, Casper Groenhuijzen, maar die kreeg er niets voor. Af en toe kon hij zijn huur niet betalen, dan gaven we wel wat van ons prijzengeld aan hem."
WK als bekroning en katalysator
Als directeur sport van de Nederlandse volleybalbond en als programmadirecteur van het WK is Everaert nauw betrokken bij de organisatie van het WK dat vanaf vrijdag in Nederland gehouden wordt. Evereart ziet het evenement als een bekroning op zijn inzet de voorbije decennia.
"Ja, absoluut. Sport moet een feest zijn en dit toernooi wordt een feest waar we jaren naar toe hebben gewerkt. Maar het is ook een tussenstop of een nieuw begin, want het zal als katalysator werken voor het beachvolleybal."