Vitesse heeft slechte herinneringen aan De Kuip

Vitesse moet vanavond winnen in De Kuip om de strijd om de derde plaats in de eredivisie spannend te houden. Bij een Arnhemse zege gaan Feyenoord, AZ en Vitesse in de laatste speelronde uitmaken wie rechtstreeks Europa ingaat en wie veroordeeld wordt tot het spelen van play-offs.

De statistieken bieden Vitesse weinig hoop. Sterker, van de 33 ontmoetingen in Rotterdam-Zuid wonnen de Arnhemmers er maar twee.

1994: Makaay vloert Bosz

Op 4 december 1994 won Vitesse met 3-0 van Feyenoord, waar Peter Bosz en zijn huidige assistent Rob Maas op het middenveld de regie voerden.

Ook Roy Makaay, oud-speler van beide clubs en tegenwoordig jeugdtrainer bij de Rotterdammers, zal zich de wedstrijd nog kunnen herinneren. Makaay opende de score, waarna routinier Hans Gillhaus de voorsprong verdubbelde. De 3-0 kwam op naam van een ander jeugdig talent in die dagen, Willem Korsten.

Sindsdien is De Kuip voor Vitesse een vrijwel onneembare vesting. Alleen in 2005 wist Vitesse nog een keer te stunten, dankzij twee late goals van Igor Gluscevic. Feyenoord stelt daar 21 overwinningen tegenover.

1999: alles-of-niets

Gezien de belabberde staat van dienst in De Kuip, zullen weinig wedstrijden nu nog op het netvlies staan van de Vitesse-supporters. Een uitzondering daarop is de editie van zondag 23 mei 1999. Ook toen stond de derde plaats op het spel.

Op die dag werd beslist welke ploeg achter kampioen Feyenoord en Willem II derde zou worden in de eredivisie. Nog meer dan in het huidige seizoen waren de belangen groot: in 1999 plaatste de nummer drie van Nederland zich namelijk voor de voorronde van de Champions League.

Vitesse verdedigde die lucratieve derde plaats op de ranglijst, met een voorsprong van drie punten op nummer vier PSV. Een punt volstond in De Kuip, terwijl PSV ook nog maar moest zien de lastige uitwedstrijd in Utrecht tot een goed einde te brengen.

Bibberen

Op het moment dat Martijn Reuser tien minuten voor rust Vitesse op voorsprong bracht, leek er geen vuiltje aan de lucht. En bovendien, het zwak spelende PSV leek bij rust de handdoek al in de ring gegooid te hebben. Via Michael Mols en John de Jong keek PSV tegen een 2-0 achterstand aan.

In de tweede helft ging het echter alsnog mis voor de Arnhemse ploeg van coach Herbert Neumann. De gelijkmaker van Patrick Paauwe was nog niet fataal. Maar toen Julio Ricardo Cruz de thuisploeg vijf minuten voor tijd op voorsprong bracht, begon het bibberen.

In Utrecht had PSV zich namelijk teruggeknokt tot 2-2, door treffers van Ruud van Nistelrooij en de Georgiër Giorgi Gakhokidze. Diep in blessuretijd voltrok het wonder van De Galgenwaard zich alsnog. Arnold Bruggink was de gevierde man voor de ploeg van Sir Bobby Robson, door een voorzet met het hoofd in het doel te frommelen.

Geelzwarte tranen

In De Kuip vloeiden die middag geelzwarte tranen. Bij de Griekse topscorer Nikos Machlas, bij de 17-jarige Theo Janssen en bij clubicoon John van den Brom.

Vanavond zal Van den Brom duimen voor zijn oude club. Bij een Arnhemse zege zou zijn AZ wel eens de lachende derde kunnen worden. En heel misschien zit die warme meidag in 1999 ook nog wel ergens in zijn achterhoofd.