Zorgen over teloorgang letterenstudies
Gezaghebbende academici maken zich zorgen over de teloorgang van de letterenstudies. Ze begrijpen dat universiteiten studies schrappen of onderbrengen in bredere cultuurstudies, maar vinden dat de overheid moet garanderen dat er geen kostbaar cultuurgoed verloren gaat.
Frits van Oostrom, voorzitter van de commissie die tien jaar geleden de geschiedeniscanon ontwikkelde, vindt dat er ook zo’n commissie zou moeten komen voor de letterenstudies. Die commissie moet landelijk vaststellen wat er aan studies behouden moet blijven.
We kunnen nu op vijf plaatsen Duits studeren. Het is beter om de expertise te bundelen en het op één plaats goed te geven.
Zo'n taalstudie zou ook op één plaats geconcentreerd moeten worden. "We kunnen nu op vijf plaatsen Duits studeren. Het is beter om de expertise te bundelen en het op één plaats goed te geven."
Van Oostrom vindt dat het rendementsdenken uit het bedrijfsleven bij de overheid veel schade aanricht. Volgens hem zijn aantallen studenten belangrijk en moeten studies meebewegen met de maatschappelijk vraag, maar er moet ook rekening worden gehouden met andere waarden, zoals schoonheid en historisch besef.
Bovendien gaat met het opheffen van studies blijvend kennis verloren, zegt hij, terwijl de belangstelling van studenten tijdgebonden is. "Denk aan Koreaans in Leiden, dat ineens populair is geworden."
Het is een een onomkeerbaar proces van verschraling van culturele vaardigheden en kennis- en talentvernietiging.
Joep Leerssen, hoogleraar Europese Studies in Amsterdam, noemt de achteruitgang van de letterenstudies een drama. Hij spreekt van "een onomkeerbaar proces van verschraling van culturele vaardigheden en kennis- en talentvernietiging."
Leerssen vindt dat de aanwezigheid van alle Europese talen gegarandeerd moet blijven. Hongaars en de Baltische talen zijn van de universiteiten verdwenen, maar die talen zijn volgens Leerssen belangrijk om te begrijpen wat er in Europa aan de hand is. "In Hongarije staat de democratie onder druk, het is belangrijk dat iemand van binnenuit kan beschrijven wat daar aan de hand is."
Ook meent Leerssen dat het in de handel en in het diplomatieke verkeer belangrijk is om met partners in hun eigen taal te spreken. Het is nodig om de ander te begrijpen en "over je eigen schaduw heen te springen".
Je moet de keuze over wat belangrijk is niet van 18-jarigen laten afhangen.
Zijn collega Rens Bod, hoogleraar Computional and digital humanities in Amsterdam, pleit net als Van Oostrom voor een principiële discussie over wat behouden moet blijven. Hij vindt het fout om studies op te heffen omdat collegezalen leeg blijven. "Je moet de keuze over wat belangrijk is niet van 18-jarigen laten afhangen."
Bod vindt met name het schrappen van Russisch en Arabisch riskant. "Arabisch is belangrijk om alles wat er in het Midden-Oosten gebeurt te begrijpen. En Russisch is van belang vanwege de ontwikkelingen daar. Daarom hebben we op de ambassades daar mensen nodig die de geschiedenis, taal en cultuur begrijpen."
Wereldniveau
Wim van den Doel, decaan van de faculteit geesteswetenschappen in Leiden, is minder bezorgd. De belangstelling van studenten en van de maatschappij verandert nu eenmaal, en dat is altijd al zo geweest, stelt de historicus vast.
"Als studies verdwijnen gaat er inderdaad kennis verloren. Maar er komen ook nieuwe studies bij: filmwetenschappen, gaming, kindertaalverwerving bijvoorbeeld."
Van den Doel noemt het onvermijdelijk dat universiteiten kiezen waar ze hun geld aan uitgeven. "Als je een docent Tsjechisch aanhoudt voor een handjevol studenten, kun je een docent Engels minder in dienst nemen."
Hij wijst erop dat kleine studies waarmee Leiden op wereldniveau presteert behouden blijven. "Het gaat niet alleen om geld, prestaties tellen wel degelijk mee."