Migratie en gezondheidszorg waren voor kiezers in Nederland de belangrijkste thema's bij de Europese verkiezingen. Dat blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van de NOS.
Het onderzoeksbureau vroeg mensen welke thema's een grote rol speelden bij hun keuze en welke juist niet. Naast migratie en zorg noemden veel respondenten het democratische gehalte van de EU, de economie en de bestrijding van terrorisme en de georganiseerde misdaad als belangrijke onderwerpen.
Landbouwbeleid en de oorlog in Oekraïne werden juist wat minder genoemd. Drugsbeleid, Europese cultuur en voedselveiligheid spelen voor velen hooguit "enigszins" een rol.
Dat gezondheidszorg wordt benoemd als een groot thema is opvallend: Brussel gaat daar veel minder over dan nationale overheden.
Opkomsteffect
Op basis van de definitieve exitpoll lijken GroenLinks-PvdA en de PVV dicht bij elkaar te liggen. Dat is een groot verschil met de Tweede Kamerverkiezingen in november. Toen eindigde de PVV op 23,5 procent van de stemmen. GroenLinks-PvdA behaalde toen 15,8 procent, 9,5 procent minder.
Dat verschil tussen de uitslag in november en nu heeft waarschijnlijk deels met de opkomstcijfers te maken. De opkomst voor de Europese verkiezingen was onder PVV-kiezers tot nu toe lager dan gemiddeld. Voor de landelijke verkiezingen was er bij hen meer animo.
Uit de cijfers blijkt dat PVV-stemmers nu wél het gemiddelde halen, maar bij partijen als GL-PvdA en CDA is de opkomst traditioneel bovengemiddeld, en dus nog hoger. Kiezers van die partijen hechten veel waarde aan hun democratische plicht, blijkt uit het onderzoek. Velen geven ook aan dat ze hun stem niet verloren willen laten gaan. Dat heeft voor die partijen een gunstig effect op de uitslag.
Ipsos I&O vroeg mensen naar hun redenen om wel of juist niet te gaan stemmen:
Coalitievorming speelt rol
De coalitievorming heeft ook een rol gespeeld bij de stemkeuze, constateert Ipsos I&O. Meer ondervraagden dan bij vorige Europese verkiezingen geven aan dat hun stem ook een stem voor het kabinet (in wording) is. Dat geldt vooral voor PVV- en BBB-stemmers. Bij GL-PvdA-kiezers werkt het juist andersom: voor hen is de keuze mede een stem tegen het nieuwe kabinet.
De lijsttrekkers van de partijen op de lijst voor de Europese verkiezingen spelen voor geen enkele kiezersgroep een belangrijke rol. Dat was in 2019 nog wel het geval bij de PvdA, toen Frans Timmermans daar lijsttrekker was. Bij deze Europese verkiezingen waren het juist de landelijke lijsttrekkers die kiezers hebben getrokken. Dat geldt vooral voor PVV- en BBB-stemmers.
Landelijk versus Europees
De onderzoekers vroegen ook of kiezers zich door overwegingen op het gebied van landelijke of Europese politiek hebben laten leiden. Daaruit blijkt dat voor 21 procent de landelijke politiek de belangrijkste rol speelt, voor 25 procent was het de Europese politiek en voor 48 procent waren beide even belangrijk.
Daarbij zijn er wel verschillen tussen de kiezers van verschillende partijen. Voor 34 procent van de ondervraagde PVV-kiezers speelt de binnenlandse politiek bijvoorbeeld een grotere rol. Voor 33 procent van de GL-PvdA-kiezers woog juist de Europese politiek zwaarder bij hun keuze.
Meer zeggenschap EU
De ondervraagden konden verder aangeven op welke terreinen Brussel volgens hen meer zeggenschap moet krijgen. Veel kiezers geven aan dat ze dat op een flink aantal terreinen wel willen, bijvoorbeeld op het gebied van belastingontduiking, terrorisme en digitale veiligheid.
Ook op het gebied van migratie wil meer dan de helft meer zeggenschap van de EU, maar de onderzoekers interpreteren dat vooral als een oproep van kiezers om meer te doen aan dat onderwerp.