Nederlanders zien de meerwaarde van de Europese Unie voor de aanpak van een aantal grensoverschrijdende problemen. Slechts 18 procent is voor een 'nexit', een vertrek uit de EU. Maar van enige liefde voor de Unie is geen sprake, onder meer vanwege een gebrek aan vertrouwen in de integriteit van het bestuur van andere Europese landen.
Dat blijkt uit een representatief onderzoek dat Ipsos I&O uitvoerde in opdracht van het ambtenarenvakblad Binnenlands Bestuur in de aanloop naar de Europese verkiezingen van 6 tot en met 9 juni.
Onderzoekers Maartje van de Koppel en Peter Kanne spreken van een "verstandshuwelijk" tussen de Nederlandse burger en de EU: "Er leeft vrijwel geen 'Europagevoel' en de democratische vertegenwoordiging van burgers laat in hun eigen ogen te wensen over."
EU als stabiliserende factor
Belangrijke vraagstukken waarin Europa volgens Nederlanders meerwaarde kan hebben, zijn met name de aanpak van het klimaatprobleem en van internationale conflicten en oorlogen. Dat zijn urgente kwesties waarbij burgers bovendien een grotere rol zien voor de Europese Unie dan voor de eigen landelijke overheid. Ook bij immigratie kan Europa volgens hen een meerwaarde hebben. "Daarnaast beschouwen sommigen de EU als een stabiliserende factor", vertelt Kanne.
Nog steeds willen verreweg de meesten dan ook dat Nederland binnen de Unie blijft.
Wel zijn er grote verschillen tussen stemmers op verschillende partijen. Waar er bij de achterban van Volt letterlijk nul steun is voor een nexit, is dat bij PVV'ers een heel ander verhaal.
In het algemeen zijn weinig Nederlandse burgers te spreken over de manier waarop de democratie in Europa werkt. Gemiddeld geven zij die een 5 als rapportcijfer.
Zij hebben de indruk dat de EU eerder opkomt voor grote bedrijven en voor politici dan voor hen als burgers. De helft (49 procent) is het eens met de stelling dat 'mensen als ik geen enkele invloed te hebben op de Europese politiek'. Slechts een kwart is tevreden over de integriteit van het bestuur in lidstaten van de Europese Unie, dat wil zeggen: een bestuur zonder corruptie en vriendjespolitiek.
Bovendien voelen weinig Nederlanders zich echt Europeaan.
Niet toevallig is de opkomst bij Europese verkiezingen in de regel laag. In 2019 was die 42 procent en volgens Ipsos I&O zijn er op dit moment geen tekenen dat er bij deze verkiezingen wezenlijk meer mensen naar de stembus zullen gaan.
Uit het onderzoek blijkt ook dat het vooral hoogopgeleiden en ouderen zijn die de Europese politiek op de voet of (vooral) in grote lijnen volgen. Dat zijn ook de groepen die bovengemiddeld vaak stemmen bij Europese verkiezingen en daarmee, meer dan bijvoorbeeld bij Tweede Kamerverkiezingen, voor een belangrijk deel de uitkomst bepalen.