Acht weken voor de verkiezingen heeft zich in de Peilingwijzer een top-3 gevormd van partijen die elkaar weinig ontlopen: de VVD, NSC van Pieter Omtzigt en de combinatie GroenLinks-PvdA. De Peilingwijzer is een gewogen gemiddelde van de peilingen van Ipsos/EenVandaag en I&O Research.
NSC was kort na de oprichting de grootste partij in de Peilingwijzer met 26 tot 32 zetels, maar is inmiddels wat teruggezakt en staat nu op 23 tot 27. De VVD staat op 25 tot 29, tegen 22 tot 27 in de vorige Peilingwijzer van drie weken geleden. GroenLinks-PvdA heeft net als vorige keer 22-26 zetels.
Tom Louwerse, de maker van de Peilingwijzer, wijst erop dat het nog weinig zegt over de vraag welke partij de grootste wordt. "Het is duidelijk een momentopname. Het grootste deel van de kiezers weet nog niet wat ze gaan stemmen."
Verschillen tussen peilingbureaus
De onderzoeksbureaus schatten de steun voor GroenLinks-PvdA daarbij verschillend in. Bij Ipsos/EenVandaag krijgt de combinatie 21 zetels, ruim achter VVD en NSC, maar bij I&O Research is ze met 29 zetels een van de koplopers "Elk peilingbureau maakt keuzes in de onderzoeksaanpak, bijvoorbeeld in de manier waarop ze hun panelleden selecteren", legt Louwerse uit, "Dat leidt vaak tot vrij vergelijkbare cijfers, maar nu bij GroenLinks-PvdA zien we een stevig verschil."
Onderzoeker Peter Kanne van I&O Research vindt dat verschil niet zo groot. Volgens hem valt het binnen de marges en is het onmiskenbaar dat de strijd om de eerste plaats op dit moment gaat tussen drie partijen.
Ook Sjoerd van Heck van Ipsos/EenVandaag nuanceert het verschil tussen de twee peilingen. "Als je het omzet in percentages krijgt GroenLinks-PvdA bij ons 13 procent en bij I&O 18 procent. Dat valt net wel of net niet binnen de foutmarges. Het verschil weerspiegelt ook de onzekerheid bij veel kiezers". Van Heck blijft bij de conclusie dat VVD en NSC op dit moment strijden om de koppositie, maar sluit ook zeker niet uit dat GroenLinks-PvdA uiteindelijk de grootste partij wordt.
Tevreden en ontevreden rechtse kiezers
Louwerse noemt het opvallend dat de VVD weinig last lijkt te hebben van Omtzigt. "De VVD moet het hebben van de (redelijk) tevreden rechtse kiezers, terwijl NSC en BBB in dezelfde vijver vissen, waar de ontevreden centrum- en centrumrechtse kiezers zitten." De BBB is met 11-15 zetels in de Peilingwijzer de vijfde partij, en heeft daarmee de helft minder zetels dan eind juni, toen de BBB nog net zo groot was als de VVD.
Uit onderzoek van I&O Research komt naar voren dat kiezers van VVD en GroenLinks-PvdA vooral afgaan op de standpunten van hun partij, terwijl de NSC-kiezers vooral getrokken worden door lijsttrekker Omtzigt. Hij is verreweg de best gewaardeerde politicus. Dat nu toch kiezers bij hem weglopen, komt doordat hij nog geen verkiezingsprogramma heeft en kiezers daardoor niet weten waar hij precies voor staat.
Lijsttrekker Timmermans wordt door de eigen aanhang goed gewaardeerd, met een 8,0, maar bij andere kiezers is hij weinig populair, wat hem een 4,8 als rapportcijfer oplevert. VVD-lijsttrekker Yesilgöz wekt minder weerstand. Zij krijgt een 6,2, terwijl sommige kiezers die recent naar de VVD zijn overgestapt, haar tegenover I&O Research als motivatie noemen.
Wilders in de lift, PvdD houdt stand
In de jongste Peilingwijzer is verder de stijging van de PVV opvallend. De partij van Geert Wilders gaat van 12 tot 16 naar 15 tot 19 zetels. Kiezers die overstappen naar de PVV noemen bij I&O Research als reden dat de PVV niet langer wordt uitgesloten door de VVD en dus kans heeft op regeringsdeelname.
Volgens Peter Kanne heeft het zeker ook te maken met de gematigder toon die Wilders lijkt aan te slaan. "Je ziet dat ook in de toenemende waardering voor Wilders. Hij is in de ogen van de kiezers langzamerhand salonfähig geworden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Baudet en Van Haga."
De Partij voor de Dieren heeft in de Peilingwijzer beperkt last van de interne perikelen. De partij, waarvan Esther Ouwehand voorlopig niet als lijsttrekker wil optreden, staat op 7 tot 9 zetels (was 7 tot 10). Volgens Kanne komt dit doordat het interne partijconflict snel was beslecht en de kiezers "als één vrouw - want de meeste PvdD-kiezers zijn vrouwen - achter Ouwehand staan". Kanne verwacht wel dat de daling doorzet als Ouwehand blijft volharden in haar weigering als lijsttrekker op te treden.
Drama voor CDA en D66
De regeringspartijen D66 en CDA lijken af te stevenen op een dramatisch verlies. D66, dat nu nog 24 zetels in de Tweede Kamer heeft, staat op 5 tot 9 zetels (was 6-10), het CDA op 4 tot 6 (was 2-6). De benoeming van Henri Bontenbal tot lijsttrekker heeft nog niet tot een ommekeer geleid. De vierde regeringspartij, de ChristenUnie, staat stabiel op 4 tot 6 zetels.
Verder staat ook de SP er slecht voor met 4 tot 6 zetels (was 3-5). De andere partijen die vrijwel zeker zetels lijken te behalen zijn Forum voor Democratie (3-5), de SGP en Volt (beide 2-4), en JA21 en Denk (beide 1-3). Daarmee zou het aantal partijen in de Tweede Kamer uitkomen op 15.