Honderden demonstranten zijn vanavond in de Libische stad Derna de straat op gegaan. Ze zijn woedend over het handelen van de lokale autoriteiten na de overstroming van vorige week die duizenden inwoners het leven heeft gekost.
De demonstranten eisen een snelle openbaarmaking van de eerste onderzoeksresultaten naar de ramp. Ook vragen ze om een begin van de wederopbouw van de grotendeels verwoeste stad en compensatie voor de slachtoffers.
Het gaat om het eerste protest na de ramp. De betogers riepen volgens persbureau Reuters bij de Sahaba-moskee op tot het vertrek van Aguila Saleh, de voorzitter van het parlement in het oosten van Libië. Maar ze pleitten ook voor eenheid. "Alle Libiërs zijn broeders van elkaar", klonk het tijdens het protest.
In Libië woedt al meer dan tien jaar een gewapend conflict dat het land in tweeën verdeelt: een westelijk deel en een oostelijk deel, met allebei een eigen bestuur. De regering in het westen wordt erkend door de Verenigde Naties. De getroffen stad Derna ligt in het oostelijke deel van het land.
Toezicht wederopbouw
Een van de demonstranten zei tegen Reuters dat hij een internationaal onderzoek wil naar de ramp en "internationaal toezicht op de wederopbouw". In Libië zelf is al een gerechtelijk onderzoek aangekondigd door de hoogste openbaar aanklager. Mogelijk is het geld dat was bedoeld voor onderhoud van de dammen voor andere zaken gebruikt.
Parlementsvoorzitter Saleh reageerde op de kritiek aan zijn adres door de overstroming een "ongekende natuurramp" te noemen en dat de mensen niet moeten focussen op wat eventueel anders gedaan had moeten worden. Nieuwszender Al Arabiya meldt dat premier Hamada van het oostelijke deel van Libië de gehele gemeenteraad van Derna heeft ontslagen.
Het is nog onduidelijk hoeveel doden er bij de ramp zijn gevallen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) staat de dood van 3922 slachtoffers vast, maar er zijn, onbevestigd, ook veel hogere dodentallen genoemd.
