Het Zeeuws Slavernijmonument in Middelburg
NOS Nieuws

Waarom deze steden het slavernijverleden herdenken

Op tientallen plaatsen in Nederland wordt vandaag en morgen het slavernijverleden herdacht. Het is precies 150 jaar geleden dat er een einde kwam aan de slavernij. Iedere plaats heeft een eigen reden voor herdenking op deze Dag van Besef. We lichten er drie uit.

Middelburg

Middelburg was een kloppend hart van de slavenhandel. Volgens Angélique Duijndam, voorzitter van Keti Koti Zeeland, was de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) "na Amsterdam de tweede kamer in de slavenhandel".

Een voorval in Middelburg leidde er in 1596 toe dat de Nederlandse overheid betrokken raakte bij de trans-Atlantische slavenhandel. Dat jaar strandden 130 slaafgemaakten die op weg waren naar Amerika in Middelburg doordat het schip waarop ze zaten schade had opgelopen.

Omdat de mannen, vrouwen en kinderen aan boord christenen waren, werden ze aanvankelijk als vrije mensen opgevangen. De Rotterdamse eigenaar maakte daar bezwaar tegen. De Staten-Generaal besloten dat hij met hen mocht doen wat hij wilde.

Ook de MCC deed vervolgens volop mee aan de trans-Atlantische slavenhandel. "Heel veel mensen weten niet dat Paramaribo een tijd Nieuw Middelburg heette", vertelt Duijndam. De plaats werd zo genoemd na een Zeeuwse verovering. "Maar dat bekte daar niet lekker. Het wil in ieder geval zeggen dat de connectie er is." Ze vindt het belangrijk dat mensen dat weten.

Vanavond is er in Middelburg op het Abdijplein een wake met vlaggenceremonie. Bij de herdenking worden 130 vlaggen opgehangen, als symbool voor de 130 slaafgemaakten die in 1596 aankwamen in Middelburg. De provincie Zeeland en de stad Middelburg maken morgen excuses voor het slavernijverleden.

Arnhem

In Arnhem is de laatste jaren steeds meer aandacht voor het eigen slavernijverleden. In december besloot Arnhem de eigen rol bij het slavernijverleden te laten onderzoeken. Daarbij wordt gekeken naar welke sporen er in Arnhem zijn en welke rol het stadsbestuur heeft gespeeld.

Het rapport wordt dit najaar gepubliceerd. Het project 'Sporen van slavernijverleden in Gelderland' van Erfgoed Gelderland is er al. Daaruit blijkt dat verschillende families uit Arnhem plantages hadden in Suriname en Guyana.

Die plantages werden vaak vernoemd naar Gelderse plaatsen. Op de Surinaamse 'Plantage Arnhem' werd onder andere koffie verbouwd. Albertus Lippert werd in 1737 eigenaar van deze plantage nadat hij door zijn huwelijk ook al mede-eigenaar was geworden van een andere plantage.

Destijds klonken al tegengeluiden. Elisabeth Maria Post sprak zich in 1791 als eerste Nederlandse vrouw uit tegen de slavernij. In Arnhem schreef ze een briefroman waarin ze zich tegen de slavernij keerde. "Ze was een heel gelovige vrouw en kon het niet verkroppen dat christenen zich met slavernij bezighielden", zegt hoogleraar Bert Paasman tegen Omroep Gelderland.

Arnhem herdenkt dit jaar voor de derde keer het slavernijverleden, in aanwezigheid van minister van Financiën Sigrid Kaag.

Het slavernijmonument in Tilburg

Tilburg

Tilburg was in juli vorig jaar de eerste Brabantse plaats met een monument voor de afschaffing van slavernij. Er woont dan ook een grote groep nazaten van marrons, gevluchte slaafgemaakten die in het Surinaamse binnenland woonden. De marrons worden dit jaar nadrukkelijk herdacht in Tilburg.

In Nederland zijn verschillende marrongroepen die allemaal hun eigen cultuur hebben. De 47-jarige Eric Brunswijk uit Tilburg is een afstammeling van de marrongroep Okanisi.

Brunswijk kwam als 11-jarige naar Tilburg, waar al veel familie woonde. Ieder jaar op 10 oktober viert hij de Dag van de Marrons, een dag om te herdenken en vieren dat de marronvoorouders hebben gestreden tegen onderdrukking en voor vrijheid. Voor die datum is gekozen omdat ze bij het Vredesverdrag van 10 oktober 1760 werden erkend als vrije mensen.

Ook vandaag en morgen worden de marrons herdacht. Brunswijk vindt dat goed. "Dat wij nu hier in Tilburg centraal staan doet me veel. Het is een startpunt om onszelf te profileren. We moeten ons sterk maken voor behoud van het erfgoed van de marrons."

De Tilburgse herdenking wordt geopend met een plengoffer, een ritueel waarbij een vloeistof uit een kalebas wordt gegoten ter nagedachtenis aan een overledene, een god of een geest.

Daarna volgen toespraken van onder anderen staatssecretaris Van der Maat en een Puu Baaka. In de marrongemeenschap is dat de laatste gezamenlijke handeling die wordt verricht als eer aan een overleden persoon. De herdenking wordt muzikaal afgesloten.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl