Dodental loopt verder op, maar ook 'kleine lichtpuntjes' drie dagen na aardbeving
Het dodental als gevolg van de aardbevingen in Turkije en Syrië is inmiddels opgelopen tot meer dan 17.000. Volgens de laatste cijfers zijn 14.014 mensen in Turkije omgekomen, zei president Erdogan tijdens een bezoek aan de getroffen stad Gaziantep.
Over Syrië zijn geen nieuwe cijfers bekendgemaakt. Volgens de laatste schatting van het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn in totaal ten minste 3480 mensen in Syrië omgekomen.
Er worden ook nog steeds mensen levend onder het puin vandaan gehaald. Zo werd in de Turkse stad Gaziantep een 61-jarige man gered die ongeveer 65 uur onder het puin had gelegen, bericht de Turkse krant Hürriyet.
Ook werden in de Turkse provincie Kahramanmaras een 12-jarig kind, een 16-jarige jongen en een jong meisje gered. Hoe ze eraan toe zijn is niet duidelijk, maar ze zijn alle drie naar een ziekenhuis overgebracht. Een vrouw die negen maanden zwanger was, werd na 70 uur bevrijd.
Reddingswerkers haalden in de Turkse stad Hatay een baby onder het puin vandaan:
De noodhulp aan Syrië verloopt moeizaam omdat verschillende grensovergangen met Turkije gesloten zijn. Alle humanitaire hulp naar Syrië moet via één grensovergang tussen Turkije en Syrisch rebellengebied. Deze weg is echter beschadigd aan de Syrische zijde van de grens. De Turkse regering werkt daarom nu aan de openstelling van nog twee grensovergangen.
Groeiende kritiek
Ondertussen klinkt in Turkije steeds meer kritiek op het handelen van de regering bij de aardbevingen. Veel mensen vinden dat de regering medeplichtig is aan de grote schade in het land omdat er niet genoeg is gedaan om huizen aardbevingsbestendig te maken.
Ook vinden sommige Turken dat de regering tekortschiet bij de hulpverlening. Er zijn al een aantal protesten geweest bij bezoeken van regeringsvertegenwoordigers aan de rampplek.