Nadat al weken allerlei personen zijn verhoord van ministeries en de multinationals Shell en ExxonMobil, zijn vandaag de allerhoogste bazen aan de beurt: premier Rutte en Shell-topman Ben van Beurden moeten verschijnen voor de parlementaire enquête aardgaswinning in Groningen. Tijdens de verhoren wordt geprobeerd te ontrafelen hoe de publiek-private samenwerking in Groningen heeft gewerkt.
In de kern gaat het daarbij om drie partijen: de Nederlandse staat en de multinationals Shell en ExxonMobil. Het overgrote deel van de opbrengst ging altijd naar de staat, maar ook de bedrijven verdienden er goed aan. Het aardgas onder de Groningse bodem is het eigendom van het Amerikaanse Exxon en het Britse Shell.
Sinds de gaswinning ongeveer tien jaar geleden flink problematisch werd, na de aardbeving bij Huizinge in 2012, waren Rutte en Van Beurden hoofdrolspelers in het Groningse dossier. Rutte was al die tijd premier en Van Beurden werd begin 2014 ceo van Shell. Onder zijn leiding werd Shell vorig jaar volledig Brits en verhuisde het hoofdkantoor naar Londen. Beide mannen hebben elkaar met regelmaat gesproken als er onenigheid was over de gaswinning.
Strafbaar
Tijdens de verhoren zijn slechts snippers informatie naar buiten gekomen over de opstelling van de beide heren. Jaarlijks was er een diner van de ceo's van de oliebedrijven met de premier. Marjan van Loon, president-directeur van Shell-Nederland, vertelde dat tijdens dit soort bijeenkomsten "in brede zin" over de gasproblematiek werd gesproken.
Vorige week sprak Rolf de Jong van ExxonMobil over een ontmoeting in 2017 tussen Rutte, Van Beurden en diens collega bij Exxon Darren Woods. Het gesprek volgde op de bekendmaking van een dreigende strafzaak tegen de multinationals. Uit vrees daadwerkelijk strafbaar bezig te zijn, drongen de bedrijven vervolgens aan op een gesprek met Rutte. Het ging hen erom de verantwoordelijkheid voor de winning neer te leggen bij de staat.
Over de publiek-private samenwerking is het tijdens de enquête al veel gegaan. Onder meer over de vraag hoe het kon dat in het beruchte jaar 2013 een recordhoeveelheid gas werd opgepompt, terwijl experts hadden gewaarschuwd dat de situatie in Groningen gevaarlijk werd. Het leidde tot heftige aardbevingen, en veel schademeldingen.
De enquêtecommissie wil achterhalen: wie wist dat er toen zoveel gas gewonnen werd, en wie was eindverantwoordelijk. Oud-minister van Financiën Dijsselbloem zei tijdens zijn verhoor het niet te hebben geweten en in de ministerraad om opheldering te hebben gevraagd. Hij verzuchtte: "Ik hoop dat u blootlegt wie dat heeft gedaan."
'Verwoestende invloed'
Oud-topman van Shell-Nederland, Dick Benschop, voelde destijds in ieder geval niets voor een winningsbeperking. Hij gaf aan het veiligheidsrisico in Groningen acceptabel te vinden, ook na het dringende advies om de gaswinning omwille van de veiligheid zo snel mogelijk te verlagen. Benschop erkent nu dat de hoge gasproductie in 2013 een "verwoestende invloed" heeft gehad op het draagvlak voor de gaswinning, en dat het niet had mogen gebeuren.
Interessant is om te weten hoever de betrokkenheid van Rutte en Van Beurden ging. Vooral in de jaren dat de gaswinning maar mondjesmaat naar beneden ging en de veiligheid in Groningen niet vooropstond. Omdat beide mannen al lang in functie zijn, zijn zij belangrijk voor de reconstructie die de commissie maakt.
De staat en 'de olies' werkten samen in het zogenoemde Gasgebouw; niet een echt gebouw, maar de benaming voor de decennialange samenwerking. Oud-minister Wiebes zei tijdens zijn verhoor dat het nu niet meer in de oude vorm bestaat: "Ik denk dat er geen onderdeel van het Gasgebouw is dat nog overeind staat."
De vruchtbare samenwerking tussen de staat en Shell en ExxonMobil is dus ten einde; er is zelfs arbitrage ingeroepen voor het uit elkaar trekken van de grote financiële belangen.