Het ministerie van Economische Zaken heeft te simpel gedacht over het versterken van onveilige huizen als de gaskraan in Groningen maar dicht zou gaan. Dat concluderen de getuigen die vandaag zijn gehoord door de parlementaire enquête gaswinning Groningen.
Vanochtend was het de beurt aan Chris Kuijpers, directeur- generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken (2017-2022) en Kajsa Ollongren. Zij was de hoogste ambtenaar op het ministerie van Algemene Zaken (2011-2014) en minister van Binnenlandse Zaken (2017-2022). Binnenlandse Zaken heeft in die periode de versterkingsoperatie in Groningen een paar jaar overgenomen van het ministerie van Economische Zaken.
In maart 2018 besloot toenmalig minister Wiebes van Economische Zaken de gaskraan in Groningen dicht te draaien vanaf medio 2022. Hij wist zijn collega's in het kabinet te overtuigen verder te verminderen dan de eerder door het Staatstoezicht op de Mijnen geadviseerde 12 miljard kuub gas. Dat had alles te maken met een nieuwe zware beving in januari van dat jaar, maar ook met de lastig te maken inschatting van het aantal onveilige huizen in het gaswinningsgebied en het versterken van die panden.
Wiebes wilde de tijd nemen om allereerst de meest onveilige panden te versterken. Die aanpak leidde tot woede onder Groningers omdat zij nog langer in onzekerheid bleven over de veiligheid van hun huis. En er ontstond ongelijkheid in dorpen en straten tussen mensen die al wel te horen hadden gekregen dat hun pand zou worden aangepakt en anderen voor wie dat niet gold.
Speculatief
Topambtenaar Chris Kuijpers vroeg zich in die tijd allereerst af of het besluit naar 0 te gaan wel kon. Wat zou het betekenen voor de leveringszekerheid? Hij vreesde bovendien dat Wiebes te positief was over het effect van het stoppen met gaswinnen op de versterkingsopgave, omdat er geen einde aan de aardbevingen zou komen. In een interne memo noemde hij dat "wishful thinking".
Ook Ollongren had zo haar vraagtekens bij het stopzetten van de gaswinning. Ze maakte zich niet alleen zorgen over het optimisme over de versterking van huizen, maar ook over de grotere afhankelijkheid van Russisch gas. Het was overigens voor haar geen reden om dwars te gaan liggen in de ministerraad.
Minister Wiebes rekende destijds aan zijn collega-ministers voor dat er werd uitgegaan van 4200 huizen die niet langer versterkt hoeven te worden. Dat zou 1,9 miljard euro schelen. "Maar dat was heel erg speculatief. We moesten het beter onderzoeken en daar was tijd voor nodig", zegt Ollongren.
Minder technocratisch
Met de bemoeienis van het ministerie van Binnenlandse Zaken in 2019 kwam er een minder technocratische benadering van de gaswinningsproblemen met meer aandacht voor de Groningers, blijkt uit de verhoren vandaag. Kuijpers beschreef dat als volgt: "We hadden eerder en indringender vanuit de inwoner moeten denken. Je moet het gebied in gaan. Je kan stukken lezen en mails krijgen, maar dan zie je niet wat het met mensen doet".
Het gebied in gaan was een van de eerste dingen die hij deed toen zijn ministerie de versterkingsoperatie overnam van Economische Zaken.
"Je zag een soort ingenieursaanpak", zei Ollongren de technocratische aanpak. "Die technische benadering leidde tot grote onuitlegbare verschillen. Het kan technisch kloppen, maar menselijk was het niet te begrijpen."
Nog ruim 20.000 huizen moeten worden geïnspecteerd en daarvan wordt ingeschat dat nog een groot deel versterkt moet worden voor het jaar 2028. Minister Ollongren zei dat ze denkt dat die streefdatum realistisch is. Eerder dit jaar zei het Staatstoezicht op de Mijnen dat dan wel het tempo drie keer sneller moet.