Sarah Bürmann
redacteur Binnenland
De eerste uitkoopregeling voor boeren om de stikstofuitstoot te verminderen, is nog geen groot succes. Zeker 750 bedrijven kwamen volgens de provincies in aanmerking voor een vrijwillige uitkoopregeling, maar sinds november 2020 is met slechts twintig boeren daadwerkelijk een akkoord gesloten. Dat blijkt uit een inventarisatie van de NOS bij alle twaalf provincies.
Volgens de provincies is het aan het Rijk te wijten dat de uitkoopregeling geen succes is. Voortdurend wisselende voorwaarden en de aankondiging van een nieuwe, "woest aantrekkelijke" regeling zouden boeren huiverig hebben gemaakt om aan de eerste uitkoopregeling mee te doen.
Minister Van der Wal geeft in een reactie toe dat het aantal aanmeldingen "mondjesmaat op gang komt". Ze wijst erop dat ze de opkoopregeling met een paar maanden heeft verlengd en heeft hoop dat boeren zich alsnog melden. "De eerste boeren worden nu opgekocht, maar het zijn langdurige trajecten. Dit doe je niet van maandag op dinsdag."
Piekbelasters
Het gaat om de uitkoopregeling voor zogenoemde piekbelasters. De regeling werd in het leven geroepen om boerenbedrijven dicht bij natuurgebieden uit te kunnen kopen. Omdat de ammoniak die koeien en varkens produceren snel weer op de grond terechtkomt, zijn de boerenbedrijven die het dichtst bij natuurgebieden liggen verantwoordelijk voor een relatief groot deel van de stikstofneerslag in die natuurgebieden.
Voor de opkoopregeling was 350 miljoen euro beschikbaar, maar tot nu toe is daar maar een klein deel van uitgegeven met de aankoop van twintig veehouderijen. De regeling is verlengd en loopt nu begin december af. Toch verwachten de provincies niet dat de komende maanden veel nieuwe opkoopcontracten zullen worden getekend, hooguit nog eens enkele tientallen.
"Het valt tegen," zegt stikstofgedeputeerde Ronnes (CDA) van Noord-Brabant ronduit. "We hebben er het maximale uitgehaald," zegt zijn Overijsselse collega Gert Harm ten Bolscher (SGP). "Als je mij twee jaar geleden had gezegd dat we met zes boeren een akkoord konden bereiken, dan was ik niet tevreden geweest. Maar omdat we zoveel beperkingen onderweg zijn tegengekomen, ben ik nu toch wel tevreden over onze prestatie."
'Woest aantrekkelijke regeling'
De gedeputeerden vinden dat de rijksoverheid het niet goed heeft aangepakt. Ronnes: "Den Haag stelde nieuwe regelingen in het vooruitzicht, zogenoemde woest aantrekkelijke regelingen." Hij verwijst naar een uitspraak van minister van Stikstof Van der Wal in de Tweede Kamer.
Zij ontwierp een nieuwe opkoopregeling, die ze "woest aantrekkelijk" noemde en waar boeren in de toekomst op kunnen intekenen. Ronnes: "Je zag bij de aankondiging meteen dat daardoor onzekerheid ontstaat bij de agrariërs waarmee je in gesprek bent. 'Maken we nu wel de goede keuze? Is die regeling niet beter?'"
Dat zag ook zijn Limburgse collega Gabriëls (Groenlinks). "Op het moment dat agrariërs horen dat er een aantrekkelijker regeling komt, dan gaan zij twijfelen, want iedereen wil natuurlijk op het juiste moment en met de beste voorwaarden stoppen."
Onduidelijkheid over voorwaarden
Daar kwam bij dat er tussen het kabinet en de provincies veel onduidelijkheid was over de voorwaarden voor uitkoop. Een voorbeeld: boeren moeten verantwoordelijk zijn voor minimaal twee mol stikstofneerslag per hectare per jaar in een natuurgebied. Eerst werd gezegd dat het getal naar boven kon worden afgerond, zodat 1,95 mol neerslag ook genoeg zou zijn. Later kon dat toch niet en was 2 mol de absolute ondergrens.
Een andere voorwaarde leidde ook tot verwarring. Veehouderijen hebben vaak een vergunning voor meer dieren dan ze daadwerkelijk houden. Het vergunde aantal dieren zou eerst leidend zijn in de berekening of een boer mee mocht doen, zeggen de provincies.
Later hoorden ze van de Rijksoverheid dat ze moesten rekenen met het aantal dieren dat daadwerkelijk in de stal stond. Dat kan net het verschil zijn tussen wel of niet in aanmerking komen voor de uitkoopregeling. Het ministerie van Landbouw zegt in een reactie aan de NOS dat het altijd duidelijk is geweest over deze voorwaarde.
"De spelregels werden tijdens het spel veranderd", zegt de Brabantse gedeputeerde Ronnes. Dat leidde tot veel onzekerheid aan de keukentafel bij boeren die wilden meedoen. "Het zijn hele moeilijke besluiten die de boeren moeten nemen en je wil daar gewoon op een gepaste manier duidelijkheid over geven."
Dat geldt ook voor de Overijsselse gedeputeerde Ten Bolscher. "Soms is bij de gesprekken een hele familie betrokken, omdat het een boerderij is die al heel lang in de familie is. Als dan blijkt dat op een bepaald onderdeel het niet door kan gaan, dan is dat heel pijnlijk en heel vervelend."
Het ministerie van Landbouw zegt dat er voortdurend contact is met de provincies over hoe het Rijk kan helpen bij de uitkoopregeling.
Nieuwe regeling
De drie gedeputeerden hopen dat de volgende opkoopregeling er beter uit komt te zien en dat de voorwaarden duidelijker zijn. Gedeputeerde Gabriëls van Limburg: "Ik vind het jammer, dat als je geld op de plank hebt liggen, je dan de eerste regeling die je hebt niet tot een succes maakt."
Al ziet hij ook bij de nieuwe regeling de problemen alweer op zich af komen. "Er is nog lang geen duidelijkheid over wanneer die gaat starten, er is nog helemaal geen duidelijkheid wat exact die regeling gaat inhouden, dus daar houd ik mijn hart voor vast."