Waarom de staatsschuld deze Prinsjesdag (nog) geen probleem is

De staatsschuld, lang iets wat vooral moest worden teruggedrongen, is in aanloop naar deze Prinsjesdag relatief zorgeloos aan de kant geschoven door politici. Terwijl de schuld ongekend hard steeg: van bijna 50 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2019, de helft dus van alles wat we in Nederland maken en verdienen, naar boven de 60 procent nu.

Ook zijn er voorspellingen van het Centraal Planbureau die ver voorbij die 60 procent gaan bij een mogelijke tweede coronagolf. Maar ook om die cijfers lijkt niemand zich echt druk te maken. Binnen Europa werd die 60-procentsnorm waaraan eurolanden zich jarenlang moesten houden al snel losgelaten.

Volgens een eerste raming zou onze staatsschuld weleens kunnen oplopen tot 491 miljard euro. Maar vooralsnog: geen paniek. Hoe zit dat? NOS op 3 legt het uit:

Na jarenlang strikt begrotingsbeleid, waarbij overschotten vooral werden gebruikt om de staatsschuld af te lossen, is het nu dus geoorloofd dat de schuld stijgt. Want, betogen politici: er moet ruimhartige steun zijn om de economie overeind te houden. Om dat te bekostigen, moet er geld worden geleend.

"Er zijn altijd economen geweest die vinden dat je tijdens een crisis nooit moet bezuinigen, omdat dat tot nog meer economische schade leidt", zegt ING-hoofdeconoom Marieke Blom. "Maar gezien de bijzondere omstandigheden, zoals de tijdelijkheid van het virus en steunmaatregelen, zijn dat er nu gewoon nog meer."

Het is volgens haar dan ook minder de opvatting over staatsschuld, maar vooral de situatie die is veranderd. Zo zijn er weinig overeenkomsten tussen deze crisis, veroorzaakt door een pandemie, en de kredietcrisis in 2008. Blom: "Door de veel hogere rente en zorgen over de fundamenten van de Nederlandse economie, werden er toen forse bezuinigingen doorgevoerd. Later bleek dat er wel heel fel was ingegrepen en er wel erg veel ruimte in de overheidsfinanciën bleek te zitten."

We moeten niet smijten met geld

Lex Hoogduin

Economen zijn het erover eens dat de staatsschuld nu mag oplopen. Maar zij verschillen wel van mening over hoelang het probleemloos door kan gaan, zegt Lex Hoogduin, hoogleraar economie en voormalig directeur van De Nederlandsche Bank. Ook hij vindt de noodpakketten nodig. "Maar ik ben niet van mening dat de schuld tot de hemel kan reiken en we moeten smijten met geld."

Zodra het virus onder controle is, moet het kabinet volgens Hoogduin dan ook stappen ondernemen om de schuld weer onder de 60 procent te brengen. "Nu bezuinigen hoeft niet, maar je moet wel zorgen dat bij de volgende Prinsjesdag de niet-coronagerelateerde begroting binnen de lijnen past. Het zou namelijk best kunnen dat er anders moet worden bezuinigd, bijvoorbeeld in de zorg."

Dat Nederland zich aan die 60-procentnorm hield, werpt nu juist zijn vruchten af, zegt Hoogduin: ons land had daardoor namelijk een buffer. "Daarom is Nederland goed in staat dit nu te doen. Maar je moet ook weer nieuwe appeltjes voor de dorst opbouwen. Want er komt ooit weer een tegenvaller."

Daar kijkt Bas Jacobs, hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus School of Economics, anders tegenaan. Volgens hem is het oplopen van de staatsschuld zelfs na corona geen probleem. "De overheid kan lenen tegen negatieve rentes, dus ze krijgt geld toe als ze schuld maakt. En ook de norm is geen probleem, want zolang de rente lager is dan de groei van de economie gaat de schuldquote, de schuld als percentage van het bbp, automatisch omlaag."

Of de staatsschuld in de toekomst een probleem wordt, hangt volgens Sandra Phlippen, hoofdeconoom van de ABN Amro, af van twee dingen: hoe de rente zich ontwikkelt en hoe het geleende geld wordt besteed. Een goede investering zou bijvoorbeeld het tegengaan van klimaatverandering zijn, omdat de opwarming van de aarde volgens haar een grote bedreiging vormt voor economische groei.

Een hogere rente zou volgens haar problematisch kunnen zijn in een wereld met veel schuld, al is dat voorlopig zeer onwaarschijnlijk. "Een hogere rente kan bijvoorbeeld ontstaan bij een wereldhandelsoorlog. Als de wereldhandel komt stil te vallen, ontstaat inflatie en als die te lang te hoog wordt, zal de rente verhoogd worden. Dan wordt de staatsschuld erg duur."

Vooralsnog is de rente al heel lang aan het dalen en lijkt dat niet snel anders te worden, zegt Phlippen: "Lagere rente is bedoeld om uitgaven van consumenten te stimuleren en minder te sparen. Lage rente is vooral een probleem voor instellingen die verdienen aan het uitlenen van geld, banken dus."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl