Dat Tom Dumoulin door een zware periode is gegaan, had hij al meermaals laten weten. Een knieblessure, opgelopen in de Giro d'Italia van 2019, maakte vorig jaar een einde aan zijn seizoen en was de druppel om Sunweb in te ruilen voor Jumbo-Visma.
2020 begon eveneens belabberd. Door darmproblemen moest hij de eerste koersen van het jaar laten schieten, waarna de coronacrisis het wielerseizoen op pauze zette en zijn rentree opnieuw werd uitgesteld.
"Ik heb echt een verschrikkelijke tijd gehad", vertelt Tom Dumoulin na de slotetappe van de Ronde van Frankrijk. "Het stoppen stond me nader dan het doorgaan. Die knieblessure, darmklachten en toen corona."
"Ik ben trots op mezelf dat ik dit niveau weer heb gehaald", zegt hij op de Champs-Élysées. "Dat ik zevende ben geworden en heb meegedaan om de winst gisteren, als je me dat in april had gezegd, had ik dat niet geloofd."
Zijn tweede plaats in de klimtijdrit zaterdag naar La Planche des Belles Filles was dan ook meer dan welkom voor het zelfvertrouwen. "Mijn waarden waren wereldkampioenschapswaarden, dat is fantastisch om te zien. Daarom was ik ook des te meer verbaasd dat Pogacar 1.20 sneller was."
"Ik kan je vast vertellen dat ik dat nooit ga doen. Ik kan misschien nog ergens één procent winnen, maar geen vijf procent."
WK-deelname nog niet definitief
Dumoulin zal vanuit Parijs terug naar huis reizen en de komende dagen beslissen of hij volgend weekeinde meedoet aan het wereldkampioenschap op de weg in Imola.
"Het ligt eraan hoe ik me voel, het is een beetje onder voorbehoud. Met bondscoach Koos Moerenhout heb ik afgesproken even te kijken hoe ik uit de Tour kom. Ik wil mezelf ook niet overvragen en dat meenemen naar volgend jaar, daar hebben we ook niks aan."