De Tour in 2020: nieuwe bergen en maar een (klim-)tijdrit

De Tour de France van 2020 wordt opnieuw een ronde voor klimmers. In de 107de editie van de belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar, die volledig in de zuidelijke helft van Frankrijk wordt gehouden, krijgen de renners 29 bergen van tweede, eerste en buitencategorie voor de kiezen.

Tijdrijders als Tom Dumoulin komen er nog bekaaider vanaf dan vorig jaar: in deze editie is de vlakke tijdrit helemaal verdwenen. De enige race tegen de klok vindt plaats op de voorlaatste dag en belooft spektakel: een klimtijdrit op La Planche des Belles Filles.

Het parcours werd in aanwezigheid van onder anderen Egan Bernal en Steven Kruijswijk, de winnaar en nummer drie van vorig jaar, onthuld in Parijs.

De Tour begint al op 27 juni en eindigt op 19 juli in Parijs, een week eerder dan gebruikelijk vanwege de Olympische Spelen. Die beginnen een kleine week later in Tokio. In het ontwerp van het parcours van de Tour heeft organisator ASO gezocht naar nieuwe of minder bekende beklimmingen in onder meer de Jura, de Corrèze en de Vogezen.

Dat gaat ten koste van iconische aankomsten op L'Alpe d'Huez of Le Mont Ventoux. Ook de Pyreneeën, waar geen aankomst bergop is voorzien, zullen vermoedelijk geen hoofdrol spelen in deze editie. Daarvoor in de plaats neemt het Centraal Massief een prominente rol in met de imposante Grand Colombier als hoogtepunt.

Opvallend genoeg wordt het noorden van Frankrijk in deze editie volledig gemeden en zijn de etappes relatief kort. Sterker, de langste etappe (van Chauvigny naar Sarran) is met 218 kilometer de kortste langste etappe ooit.

Al in de tweede etappe moet voor het eerst flink geklommen worden met de Col de Turini en de Col d'Èze (bekend van de doorgaans spectaculaire slotrit in Parijs-Nice). In de vierde etappe is ook al de eerste aankomst bergop naar het skioord Orcières-Merlette.

Het dak van de Tour met 2.304 meter is dit jaar de Col de la Loze, die in de 17de etappe beklommen moet worden. Die aankomst werd pas mogelijk, nadat in 2019 een bospad tussen skioorden Méribel en Couchevel werd geasfalteerd.

Een dag later krijgen de renners op weg naar La Roche-sur-Foron, net als in 2018, een gedeelte onverharde weg voor de wielen met het Plateau des Glières.

Het klapstuk van deze Tour zal op de voorlaatste dag moeten komen met een klimtijdrit op La Planche des Belles Filles. Het onverharde gedeelte op de top, dat vorig jaar voor het eerst werd toegevoegd aan de klim in de Vogezen, wordt dit keer vermeden. En dat is met het oog op lekke banden misschien wel zo eerlijk.