NOS Nieuws

Waarom je coronacijfers van landen niet zomaar kunt vergelijken

  • Heleen D'Haens

    redacteur Buitenland

  • Heleen D'Haens

    redacteur Buitenland

Wie het nieuws volgt, wordt er bijna dagelijks mee geconfronteerd: internationale vergelijkingen over het aantal besmettingen, doden en IC-opnames als gevolg van het coronavirus.

Niet gek natuurlijk. In zowat elk land gelden andere maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Om van elkaar te leren, is het belangrijk te weten welke maatregelen effectief blijken.

Maar cijfers uit verschillende landen met elkaar vergelijken klinkt makkelijker dan het is. Hans Heesterbeek is hoogleraar theoretische epidemiologie aan de Universiteit Utrecht en heeft de afgelopen weken de coronacijfers goed in de gaten gehouden. Met hem zetten we de belangrijkste vergelijkingsvalkuilen op een rij.

Totaal aantal doden

Te beginnen met het totaal aantal sterfgevallen per land. Dat aantal is op dit moment het hoogst in de VS, waar ruim 50.000 mensen overleden zijn aan de gevolgen van het coronavirus.

Dit zijn de cijfers van gistermiddag:

"Maar wanneer wordt iemand meegeteld als overleden aan covid-19?", vraagt Heesterbeek. "De aanpak verschilt per land." Zo telt Nederland alleen overledenen mee die zijn getest, en van wie dus zeker is dat ze aan het virus overleden zijn. België telt weer veel ruimer. Daar worden ook patiënten meegeteld van wie de huisarts op basis van symptomen vermoedt dat ze aan de gevolgen van het coronavirus overleden zijn.

Mortaliteit

De andere telling in België is ook terug te zien in de berekening van wat epidemiologen de 'mortaliteit' noemen: het aantal sterfgevallen afgezet tegen een specifieke populatie. Zo staat het land met stip bovenaan bij de vergelijking van het aantal doden per honderd coronapatiënten.

Maar in tegenstelling tot wat deze grafiek suggereert is het helemaal niet waarschijnlijk dat meer dan 15 procent van alle coronapatiënten in België aan covid-19 overlijdt. Bij onze zuiderburen ligt het percentage veel hoger dan gemiddeld wordt aangenomen.

"Deze berekening wordt wel vaak gemaakt, maar zegt op zich niet zoveel", legt Heesterbeek uit. Het is voor deze cijfers immers niet alleen belangrijk hoeveel doden een land meetelt, maar ook hoeveel er in dat land getest wordt.

Zo valt het percentage in Duitsland automatisch lager uit dan bij ons, omdat daar veel meer getest wordt. Positief geteste patiënten met milde symptomen, of zelfs zonder symptomen, worden zo meegenomen in de cijfers.

Allerlei factoren

Om daarvoor te corrigeren, is het volgens Heesterbeek logischer om te kijken naar het aantal doden per 100.000 inwoners, zoals weergegeven in de grafiek hieronder.

"Deze vergelijking is eerlijker. Maar ook hier spelen allerlei factoren mee", waarschuwt de epidemioloog. Hoe zit het bijvoorbeeld met de bevolkingsdichtheid in een getroffen gebied, of de gemiddelde leeftijd? Hoeveel mensen lijden aan andere gezondheidskwalen die hen extra kwetsbaar maken? En hoe groot is de zorg- en IC-capaciteit, die bepalend is voor welke behandeling patiënten kunnen krijgen?

"Met alle verschillen die er zijn zou het zelfs verbazingwekkend zijn als verschillende landen wel dezelfde sterfte zouden hebben", merkt Heesterbeek op.

Politieke factoren

Daar komt bovenop dat het niet zeker is of alle gegevens wel betrouwbaar zijn. In zo goed als alle getroffen landen stelt de overheid cijfers beschikbaar, maar die zijn niet altijd onomstreden.

Zo stellen wetenschappers van de Universiteit van Hongkong dat het totale aantal besmettingen in China mogelijk vier keer hoger ligt dan de regering beweert. Dat heeft te maken met hoe het virus in het beginstadium werd gedefinieerd, en welke patiënten toen als coronadoden werden meegeteld.

Peking ontkent dat er bewust gegevens over het virus zijn stilgehouden, maar de Verenigde Staten en Australië roepen op tot een internationaal onderzoek naar de Chinese aanpak.

Chaotisch wereldprobleem

Toch is het, ondanks de moeilijkheden, belangrijk om internationaal te blijven vergelijken, zegt Hans Heesterbeek. "Uit nette analyses met veel data, waarin we voor allerlei factoren corrigeren, kunnen we veel leren."

Op de korte termijn gaat het dan bijvoorbeeld om de vraag wie extra kwetsbaar blijkt voor het coronavirus. "Die mensen kunnen dan eerder in aanmerking komen voor de covid-19-prik, zodra die er is."

Pas in een later stadium kan de vergelijking van sterftecijfers ons ook iets leren over de effectiviteit van de maatregelen in ons land, voorspelt Heesterbeek. Is het virus toevallig terechtgekomen in een meer kwetsbare bevolking, of hebben we onvoldoende maatregelen genomen?

"Dat soort vragen hebben nu nog geen prioriteit", denkt de epidemioloog. "Het is zo'n chaotisch wereldprobleem. Het is erg en er moet nu eerst wat gebeuren." Toch worden wereldwijd al volop data verzameld, weet hij, om de vergelijkingen straks correct te kunnen maken. "Die data hebben we echt nodig om iets te kunnen zeggen over het totaalbeeld."

Advertentie via Ster.nl