Olieruzie en coronavirus waren 'perfect storm' die beurzen rood kleurde
Het was een ruzie tussen olieproducenten die gisteren een prominente rol speelde op de wereldwijde beurzen. Rusland en de OPEC (de Olieproducerende en Exporterende Landen) onder aanvoering van Saudi-Arabië werden het dit weekend niet eens over een strategie om de olieprijs te stutten. "Die verdeeldheid heeft geleid tot een enorme daling van de olieprijs, waar de beurzen op hun beurt weer op reageerden", zegt Lucia van Geuns, energie-adviseur bij The Hague Centre for Strategic Studies.
Het gevolg: zware koersdreunen bij oliebedrijven. Shell bijvoorbeeld raakte meer dan een dan een vijfde van zijn waarde, ongeveer 30 miljard euro, kwijt.
Rommelde al langer
Daarbij ging de hele beurs bewegen. "Olie-aandelen zijn zwaargewichten", legt beleggingsstrateeg Lukas Daalder van vermogensbeheerder BlackRock uit. "De markten waren al wat langer ongerust, vanwege de onzekere toekomst door het coronavirus. Het was al een smeulend vuurtje."
Energie-adviseur Van Geuns beaamt dat. "Bij elkaar was het een perfect storm."
Dat ging zo, aldus Van Geuns. De Saudiërs, het tweede olieproducerende land ter wereld, vroegen de Russen, de nummer drie, om de productie terug te schroeven om zo de prijs overeind te houden bij een afnemende vraag naar olie door de coronacrisis.
Maar de Russen wilden de situatie rond het coronavirus eerst nog even aanzien. En ze vreesden dat Amerikaanse schalieoliebedrijven zouden profiteren van een stabiele olieprijs. De VS is, mede dankzij die schalieoliebedrijven, de grootste olieproducent ter wereld.
Uiteindelijk hoop je dat Rusland en Saudi-Arabië weer met elkaar om de tafel gaan.
Omdat de Russen weigerden, besloten de Saudiërs een andere tactiek te proberen door per 1 april de olieproductie binnen OPEC vrij te geven. Een signaal dat de productie juist flink kan stijgen.
Daardoor daalde de prijs enorm, op het dieptepunt zelfs tot 31 dollar per vat olie. "Rusland zei: laat de prijs maar dalen, dan voelen de Amerikanen ook de pijn", aldus Van Geuns. Voor de schalieoliebedrijven is een prijs van dertig dollar per vat te laag om uit de kosten te komen. "Veel Amerikaanse schalieoliebedrijven hebben torenhoge leningen die ze moeten aflossen en maken nu weinig winst."
Beleggers verwachten dat kleinere schaliebedrijven door te lage inkomsten aflossingsproblemen kunnen krijgen. Investeerders in deze sector, waaronder ook ABN-Amro en ING, lopen daardoor risico's.
Lage olieprijs doet pijn
"Uiteindelijk hoop je dat Rusland en Saudi-Arabië weer met elkaar om de tafel gaan", zegt energie-adviseur Van Geuns. Heel lang zijn lage prijzen volgens haar niet vol te houden. "Het Amerikaanse schalieolie wordt met deze olieprijs onrendabel. Voor Rusland doet een prijs onder de veertig dollar pijn. De Saudiërs hebben nog de meeste olie en kunnen dat goedkoop uit de grond halen. Maar ook zij hebben een hogere prijs nodig om hun begroting sluitend te krijgen."
Beleggingsstrateeg Daalder maakt zich over de oliemarkt minder zorgen dan om het coronavirus. "Olie is een markt met een natuurlijk verloop. Het coronavirus is meer onzeker. Het hangt er erg van af hoe de situatie zich gaat ontwikkelen."