In de sombere bossen rond Zeist gloort hoop op olympisch waterpologoud
'Onontkoombaar is de vergelijking met 21 augustus 2008. Alles wat de komende jaren, tot en met het olympische toernooi van 2012, gebeurt bij de Nederlandse waterpolosters, zal worden vergeleken met die gouden dag in Peking.' Dat schreef John Volkers in 2009 in de Volkskrant.
Twaalf jaar na die gouden dag hebben die woorden nog altijd niet aan kracht ingeboet. En afgaand op de eerste indruk zou je denken dat alles nog bij het oude is.
Op een grauwe, grijze dag in januari oogt de bungalow in het bos nog troostelozer dan anders. De dauw hecht zich aan het korrelige beton en de roestende afvoerpijp. Door het raam zie je de sobere stapelbedden.
Hier, in de bossen van Zeist, bivakkeren de Nederlandse waterpolosters. 's Nachts dromen ze van olympische roem. Als het vermoeide lichaam ruimte laat om te dromen. Want voordat de waterpolosters naar bed kunnen, hebben ze er al een werkdag opzitten van negen uur 's ochtends tot zes uur 's avonds.
Het is de formule van de succesvolle bondscoach Arno Havenga. Met zijn speelsters behoort hij al jaren tot de wereldtop. Een WK-finale en drie EK-finales spreken boekdelen. Zondag beginnen de waterpolosters als titelverdediger in Boedapest aan het EK.
Een grote uitdaging, met een bonus. Want in Boedapest liggen ook twee olympische tickets klaar. Het ultieme doel is namelijk plaatsing voor de Olympische Spelen in Tokio, twaalf jaar na die gouden dag in Peking.
Alles moet daarvoor opzij. En daarom trainen en slapen de waterpolosters een groot deel van de week in de bossen, buiten de wedstrijden bij hun clubs. En ze zijn net terug van een lange trainingsstage in Canada en de Verenigde Staten.
Toch vergt zo'n intensief trainingsregime opofferingen, die niet aan iedereen besteed zijn. Zo is keepster Laura Aarts, de uitblinkster bij het WK-zilver in 2015 en het gewonnen EK in 2018, er niet meer bij. "De Olympische Spelen zijn het niet waard om een jaar ongelukkig te zijn", vertelde ze in het AD.
Haar plek onder de lat wordt misschien wel ingenomen door Debby Willemsz. Ook Willemsz kampte met motivatieproblemen, ze wilde niet langer tweede keus zijn. Vorig jaar beëindigde ze haar interlandloopbaan, maar nu is ze terug. "Ik heb er ook wel lang over nagedacht", bekent ze. "Maar dit is voor mij een tweede kans op de Spelen en die wilde ik niet afslaan."
In 2016 zat Willemsz hier ook, vrijwillig opgesloten in de bossen. Maar de missie van toen, plaatsing voor de Spelen in Rio de Janeiro, mislukte jammerlijk. En dus is ze terug. "Natuurlijk was het even wennen. Maar nu voelt het alsof ik nooit ben weggeweest. We springen allemaal het water in met hetzelfde doel."
Bondscoach Havenga is blij met haar terugkeer, maar ook realistisch. "Debby had een trainingsachterstand, maar heeft bij het voorbereidingstoernooi in de VS en Canada heel goed gekeept. Ze is zeker in beeld. Maar we garanderen niemand wat. We hebben dertien plekken en er spelen er maar zeven. Ook met de keepers kun je doordraaien, maar dat doen we niet. Degene die in vorm is, speelt."
Ook het zwembad, verscholen in het groen, maakt een ietwat gedateerde indruk. De sobere sfeer verdwijnt als de speelsters opgewekt het bad betreden. Als Willemsz worstelt met vier ballen in haar armen, gooit de bondscoach speels een bal op haar badmuts. Er wordt gelachen. En er wordt gewerkt.
Zonder afleiding slijpt bondscoach Havenga daar aan een ploeg die verschillende tactieken beheerst en zo de tegenstanders kan verrassen. "We hebben een ander verdedigend systeem toegevoegd, aanvallend hebben we wat andere zwemlijnen gecreëerd om wat meer dynamiek in het spel te krijgen. De intensiteit van de trainingen, het volume, daarin hebben we echt de lat hoger gelegd."
"Wij zijn goed", klinkt Havenga zelfbewust, "Maar dat zijn vijf andere Europese ploegen ook. Spanje is nummer twee van de wereld. Rusland is altijd top. En ook Italië en Griekenland horen bij de toplanden. We worden echt niet zomaar even kampioen."
Olympische missie
Bij het EK hoopt hij al de vruchten te kunnen plukken, maar eigenlijk staat alles in het teken van de olympische missie. Zelf nam hij twee keer deel aan de Spelen, maar eindigde in de achterhoede. Als teammanager in de entourage van bondscoach Robin van Galen greep hij vervolgens met de waterpolosters de olympische titel in Peking.
En nadat hij het stokje van Van Galen had overgenomen werd hij vice-wereldkampioen (2015), haalde hij twee keer achtereen de finale van het EK (2015 en 2016) en pakte hij in 2018 zelfs de Europese titel. Maar een herkansing op de Spelen kwam er nooit. En dus moet alles daarvoor opzij, want: 'de vergelijking is onontkoombaar'.
Havenga wijst naar buiten, waar het bos nog altijd sombert. "We zijn vanaf de zomer hier samen geweest om te trainen. Daarmee hebben we de lat hoger gelegd. Het begint volgende week in Boedapest en ik hoop dat het eindigt deze zomer in Tokio."