'In het Spaanse zand juich ik voor de 'Clark Kent' van het judo'
In de laatste dagen van 2019 graven de verslaggevers van NOS Sport weer in hun eigen werk om een voor hen gedenkwaardige reportage of bijzonder interview van het afgelopen jaar toe te lichten. Vandaag: Matthijs Weststrate en een WK-judodag op een Spaans strand.
"Soms. Heel soms moet het niet gaan over iets wat je gedaan hebt, maar over iets dat je juist NIET gedaan hebt."
"In 2009 werd judoka Marhinde Verkerk wereldkampioene in haar eigen Rotterdam. Een sensatie. Ik maakte het mee vanuit Hilversum, als beeldredacteur."
"Judo is al van kinds af aan mijn grote liefde. In 2010 startte ik als verslaggever. Vanaf dat moment mocht ik jaarlijks afreizen naar de eindtoernooien. In eerste instantie met collega Kees Jongkind. Later alleen."
Goede moed
"Jaar in jaar uit mocht ik de wereld over. Van EK naar WK. Europees kampioenen kwamen er. Kim Polling, Henk Grol. Zomaar wat namen. Maar wereldkampioenen bleven uit. Het gat met de mondiale top bleek groot. Te groot."
"Van Rio tot Tsjeljabinsk, van Parijs tot Astana. Ik ging erheen. Met hoop. Met goede moed. Want met het Nederlandse judoniveau is al vele jaren niets mis."
"Het mondiale eindtoernooi eindigde echter elk jaar weer in een teleurstelling. Maximaal één, maar soms ook geen enkele oranje-medaille. Nooit goud. Al waren er kandidaten zat, daar lag het niet aan. Maar de wereldkampioenen bleven uit. De hoop bleef."
"De WK waren dit jaar in Tokio. Een soort generale repetitie voor de Olympische Spelen van volgend jaar, in diezelfde stad. Een goed moment voor collega Kees Jongkind om ook weer eens naar een eindtoernooi af te reizen. Na jaren 'Hilversum' een terechte call."
Clark Kent
"Voor mijzelf een goede gelegenheid om in augustus - per slot van rekening de zomermaand - eens op vakantie te gaan. Op een Spaans strand, uiteraard met de stream aan. Want er werd gejudood in de Japanse hoofdstad. Het mekka van de judosport. De plek waar Anton Geesink ooit als eerste niet-Japanner olympisch goud won in de koningsklasse, tegen nota bene een Japanner. Historisch."
"En dan gebeurt het."
"Noël van 't End, 28 jaar. De 'Clark Kent' van de judosport. Wanneer je hem op straat tegenkomt, met zijn bril op en het haar keurig in de plooi, zou je denken dat hij op weg is naar de zaak voor another day at the office."
"Maar trek hem zijn judopak aan en hij verandert in een warrior. Een brede torso komt tevoorschijn. De vriendelijke blik transformeert in een woest gelaat. De honger naar het ultieme valt te lezen in zijn ogen. Een man met zo veel talent. En zo veel pech. Blessures. Maar het talent verdween nooit."
Schermpje
"En Van 't End doet het. Op de dag af tien jaar na de sensationele - laatste Nederlandse - wereldtitel van Verkerk staat Van 't End op de plek waar Anton Geesink het ook deed. Hij wordt wereldkampioen. In de Budokan. De geboortegrond van de sport. Tegen een Japanner. Ultiem. Een droom. Maar nu werkelijkheid."
"Daar lig ik dan. In het Spaanse zand. Turend naar een historische gebeurtenis op een schermpje van veertien bij zeven centimeter. Haperende kwaliteit, maar hij doet het goed genoeg om te kunnen zien hoe Van 't End collega Kees Jongkind te woord staat en hem vertelt hoe hij de dag beleefd heeft."
"Dat hij moest denken aan Geesink. Dat hij zich al in een vroeg stadium realiseerde wat hij aan het doen was. Dat dit niet alleen een fantastische generale is richting de Spelen, maar dat het een dag is die hem de rest van zijn leven zal bijblijven. Zijn naam en foto zullen in de geschiedenisboeken komen als 'die andere Nederlander' die de leeuw in zijn hol wist te verslaan, op een ultiem moment."
Veel te rood
"Een heerlijk interview. Zelfs als je niets met judo hebt, kun je nog genieten van de blijheid die weerklinkt in de woorden van deze 'Clark Kent'. Want ook al heeft hij zijn judopak nog aan, nu staat daar weer de mens Noël van 't End die zijn vreugde deelt met de natie."
"Ik smeer me nog maar eens in en draai me om, op m'n rug. Die wordt al veel te rood. Tien jaar WK's mocht het niet zo zijn. Het eerste jaar dat ik er níet bij ben, gebeurt het wél. Het is de aard van de verslaggever om erbij te willen zijn als het gebeurt. Ik wil blij zijn. En dat ben ik ook. Voor Van 't End. Voor het Nederlandse judo."
"Maar ook voor collega Kees. Wat moet het heerlijk zijn geweest voor hem om Van 't End zijn verhaal te mogen laten doen."