Handbalsters herpakken zich op WK tegen Angola: 'We staan er weer'

De Nederlandse handbalsters hebben - na de valse start tegen Slovenië - hun tweede WK-wedstrijd wel in winst omgezet. Tegen het fysiek sterke Angola werd het in Japan 35-28 voor de ploeg van bondscoach Emmanuel Mayonnade.

Het is het eerste titeltoernooi met de Fransman aan het roer bij Oranje, die een plek bij de eerste zes als doelstelling heeft. Bij de laatste twee WK's pakte Nederland zilver (2015) en brons (2017).

Vertrouwen Oranje groeit

"Onze uitstraling en de energie die we erin stoppen, we staan er weer", zei Estavana Polman na afloop. Ook keepster Tess Wester was tevreden: "Je ziet dat het vertrouwen er wel in zit, al was het misschien even zoeken. Je weet dat als je deze ook verliest, de hoofdronde onhaalbaar wordt."

Bekijk in de videocarrousel hieronder de interviews met Estavana Polman en Tess Wester.

Oranje startte, met Lois Abbingh in een hoofdrol, in een hoog tempo tegen Angola. Maar doordat het verdedigend niet echt solide was bij de Nederlandse ploeg, kon de Afrikaans kampioen lang aanhaken. Bij de rust was het gat vijf punten: 17-12.

Angola mocht ook na rust van afstand te vaak vrij schieten. Aanvallend werden er soms ook ongelukkige keuzes gemaakt door Oranje, waardoor de genadeklap voor Angola uitbleef.

Tien minuten voor tijd was het, na drie snelle treffers op rij (30-24), eindelijk beslist. Abbingh was de topschutter met elf treffers.

Dinsdagochtend om 07.00 uur is de volgende groepswedstrijd van Oranje, tegen Cuba. Dat is samen met Angola het zwakste land in de poule. Noorwegen en Servië gelden als zwaarste opponenten. Van Slovenië werd dus al verloren.

Nederland moet bij de eerste drie eindigen om door te gaan naar de tweede ronde. Punten die in de poulefase zijn behaald tegen de teams die ook doorgaan, worden meegenomen.