In de Vuelta wil sprinter Jakobsen voorgoed uit de schaduw treden
Met wielrenners als Mathieu van der Poel, Dylan Groenewegen en Tom Dumoulin heeft het Nederlandse wielrennen fraaie uithangborden. Fabio Jakobsen blijft, ondanks de flitsende start van zijn profcarrière, een beetje in de schaduw hangen van die grote namen.
De komende weken kunnen echter de weken van zijn definitieve doorbraak worden. Jakobsen start zaterdag in de Vuelta a España. Het is het debuut voor de 22-jarige sprinter uit Heukelum in een grote wielerronde.
"Als ik een rit in de Vuelta win, denk ik wel dat ik echt meetel", zegt Jakobsen, die eind juni de Nederlandse titel pakte. "Nu is het misschien: hij heeft wat wedstrijdjes gewonnen, maar nog geen rit in een grote ronde."
Jakobsen imponeerde anderhalf jaar geleden door in zijn eerste maanden als profrenner direct twee prestigieuze eendagskoersen te winnen: Nokere Koerse en de Scheldeprijs.
De teller van de renner van Deceuninck-QuickStep staat inmiddels op twaalf. Jakobsen won onder meer in de BinckBank Tour en de Ronde van Californië.
En nu mag hij het dus laten zien in een grote ronde. "Ik zie andere jongens etappes winnen in grote rondes en denk: dat moet ik ook kunnen", aldus de debutant.
De langste koers die ik ooit gereden heb, duurde acht dagen. Dit zijn 21 etappes.
"Als ik een rit win, is het geslaagd. Maar ook als ik alles uit mezelf heb gehaald en het motortje helemaal op is. Als ik fysiek niet meer verder kan, moet ik ook tevreden zijn."
De sprinters die vorige maand nog een rit wonnen in de Tour zijn er in Spanje niet bij. Groenewegen ontbreekt, maar ook onder anderen Peter Sagan, Caleb Ewan en zijn ploeggenoot Elia Viviani rijden de Vuelta niet.
"Dat biedt perspectief", zegt Jakobsen, "maar Sam Bennett is er wel en Fernando Gaviria ook. Het moet mogelijk zijn om te winnen, maar een grote ronde is iets bijzonders en spannend. Ik hoop er dicht bij te zijn."
Met een dubbel gevoel kijkt Jakobsen naar de Vuelta. "Ik heb er zin in, maar kijk ook wel op tegen het afzien. De langste koers die ik ooit achter elkaar gereden heb, was de Ronde van Californië. Die was acht dagen."
"Dit zijn 21 etappes, dat is het beangstigende. Maar ik heb er ook onwijs veel zin in. Het is de volgende stap, van een grote ronde word je sterker. Dus voor de toekomst is het de weg om nu in te slaan."
Ik droom ervan op de Champs-Elysées te winnen.
Elia Viviani is dit seizoen de eerste sprinter van Deceuninck, hij reed naast de Tour ook al de Giro. Maar Viviani vertrekt naar Cofidis. Maakt dat van Jakobsen komend seizoen de eerste sprinter van de ploeg?
"Deze Vuelta is misschien wel een opstapje in die richting. Als ik de Tour ga rijden, moet je die dan als eerste grote ronde rijden? Misschien is het goed eerst de Vuelta te proberen."
Het klinkt als een doordacht plan van Deceuninck. Jakobsen: "Mijn gedachte is het wel. Die van de ploeg ook. Maar alleen als ik goed genoeg ben."
'Groeien naar Milaan-Sanremo'
Net als Groenewegen kan ook Jakobsen zowel in massasprints als in de voorjaarsklassiekers uit de voeten. Voorlopig blijft het echter bij sprinten.
"Ik droom ervan op de Champs-Elysées te winnen, of misschien zelfs een keer voor het geel te sprinten", aldus Jakobsen die daarmee dan de honger nog niet gestild ziet. "Dan hoop je als sprinter te groeien naar Milaan-Sanremo of Parijs-Roubaix."