Nuis blij met WK-brons: 'Op de 500 meter slaat Koelizjnikov een te groot gat'
Kjeld Nuis wist op voorhand dat het een lastige klus zou worden om wereldkampioen sprint te worden. Zijn glimlach was dan ook groot toen hij op het podium in Thialf de bronzen medaille in ontvangst mocht nemen.
"Pavel (Koelizjnikov, red) is gewoon te sterk op de 500 meter, daar slaat hij zo'n gat", sprak Nuis berustend. Op de 1.000 meter was hij acht tienden sneller dan de Rus, maar zelfs dat verschil was te klein om Koelizjnikov de baas te blijven. "Dat doet pijn en daar moet ik aan werken."
Na zijn sterke 1.000 meter mocht Nuis nog wel even denken aan zilver. De Japanner Tatsuya Shinhama hield echter stand, al bleek zijn marge slechts zes honderdsten.
"Ach, tweede of derde", relativeerde Nuis, "het podium was het doel en dat heb ik gehaald. En ik heb twee keer de 1.000 meter gewonnen met een goede tijd, ik ben gewoon blij."
Nuis concludeerde dat hij op de tweede 500 meter ruim vier tienden sneller had moeten rijden dan zijn 35,05 om de Rus van de wereldtitel te houden.
"34,60 is voor mij gewoon te hard, dat is twee tienden onder mijn persoonlijk record. Ondanks twee schoonheidsfoutjes op de eerste dag heb ik gewoon vier goede afstanden gereden."
Nuis weet precies waar zijn achilleshiel zit bij een WK sprint, maar het is zeer de vraag of hij die tekortkoming in de komende jaren kán en wíl wegwerken. "Ik wil vaak te hard sprinten en dan schaats ik niet als mezelf. Op de 1.000 meter lukt dat wel en rijd ik een harder rondje. Dat is een technisch ding, daarvoor moet ik puur trainen op de 500 meter. Maar ik vind de 1.000 en de 1.500 meter het allermooist, ik ga niet anders trainen."
Verbij: 'Mijn lichaam wilde niet meer'
Kai Verbij begon als een van de titelfavorieten aan het toernooi. De wereldkampioen van 2017 werd dit jaar Europees kampioen sprint en wereldkampioen op de 1.000 meter. Zijn toernooi was zaterdagmiddag echter voorbij na een slechte wissel op de eerste 1.000 meter.
"Ik baal omdat ik niet de vierkamp kan rijden die ik had willen rijden. Ik reed tweede goede 500 meters en op de laatste 1.000 meter heb ik geknokt, maar mijn lichaam wilde niet meer. Het komt er niet meer uit."