Achtervolgingsploeg pakt zesde wereldtitel op rij, zilver voor Oranje-vrouwen

De Nederlandse schaatsers zijn voor de zesde keer op rij wereldkampioen geworden op de ploegenachtervolging. Bij de WK afstanden in Inzell waren Sven Kramer, Douwe de Vries en Marcel Bosker veruit de snelsten: 3.38,43.

Van de elf wereldtitels die tot nu toe zijn vergeven, won Nederland er tien. Alleen in 2011, toen de Verenigde Staten kampioen werden, werd naast het goud gegrepen. Er was toen brons voor Nederland.

Bij de Olympische Spelen van 2018 liet Nederland zich in de halve finales verrassen door Noorwegen, dat in Pyeongchang de titel pakte. In Inzell nam Nederland in een rechtstreeks duel op overtuigende wijze revanche: 3.38,43 om 3.40,80.

Sverre Lunde Pedersen, Håvard Bokko en Sindre Henriksen veroverden daarmee de zilveren medaille voor Noorwegen. Het brons was voor Rusland, dat 3.41,96 als eindtijd noteerde.

Het was voor Kramer zijn twintigste gouden WK-medaille. "O, dat wist ik niet", reageerde hij na afloop. "Dat is een lekker getal, maar ik moet eerlijk zeggen: ik heb dit seizoen nog geen achtervolging gereden. Alleen als het belangrijk wordt, doe ik mee. Dat voelt soms wel dubbel."

Volgens Kramer was het goud dan ook vooral te danken aan De Vries en Bosker. "Zij werken er, samen met Patrick Roest, altijd hard voor. Dat wij hier zo staan en zo goed rijden, ligt vooral aan de anderen. Dat is ook wel echt de kracht van dit team."

"Ik word voor het eerst wereldkampioen bij de echte mannen", aldus Bosker. "Dat is echt een mooi gevoel." Ook De Vries was trots op zijn ploeggenoten. "Het is toch luxe dat we zoveel goede schaatsers hebben."

Beune, De Jong en Wüst buigen voor Japan

De Nederlandse vrouwen slaagden er niet hun wereldtitel te prolongeren op de ploegenachtervolging. Joy Beune, Antoinette de Jong en Ireen Wüst reden een prima rit (2.56,20), maar moesten het goud laten aan de Japanse vrouwen, die met 2.55,78 net iets sneller waren.

Japan pakte vorig jaar in Pyeongchang ook olympisch goud. Dit seizoen blijkt het Japanse trio ook onverslaanbaar, al was het gat met Nederland (2.55,78 om 2.56,20) in Inzell niet groot. Het brons ging naar Rusland in 2.57,71.

Voor het eerst samen op het ijs

Het Nederlandse trio keek met gemengde gevoelens terug op de zilveren race. "Als je er zo dichtbij zit, wil je graag winnen", vertelde Wüst. "Maar we rijden voor het eerst in deze samenstelling, ik denk dat we een dikke pluim verdienen."

Dat Wüst niet eerder met De Jong en Beune had gereden, vonden alle vrouwen vreemd, maar ze legden zich erbij neer. "Ik weet niet of het anders had gekund. We kunnen het niet veranderen."

De Jong: "Voor hoe het nu is gelopen, moeten we heel tevreden zijn. Ik denk dat Jan Coopmans een goede bondscoach is. Japan rijdt altijd in deze samenstelling en wij nu voor het eerst. Het is een mooi begin, maar wel een beetje jammer."

WK-debutante Beune was van alle drie het meest opgetogen met de zilveren plak. "Je gaat natuurlijk voor goud, maar ik denk dat we als team supergoed hebben gereden. Ik denk dat wij het met z'n drieën nog ver gaan schoppen."

Geen reden om te lachen

NOS-analist Erben Wennemars toonde zich minder enthousiast. "Er is geen enkele reden om te lachen", sprak de oud-schaatser, terwijl op tv bondscoach Coopmans lachend over het middenterrein liep. "Het vrijblijvende... We hadden gewoon kunnen winnen vandaag."

Wennemars: "We hadden moeten winnen. Je moet dit onderdeel serieus nemen. Het mag niet meer misgaan, vind ik."