Dumoulin staat er met 'middelmatige benen' nog goed voor
Na de spectaculaire finale op de Etna staat Tom Dumoulin nog altijd op een prima tweede plaats in het algemeen klassement van de Giro d'Italia. De winnaar van vorig jaar eindigde in de zesde etappe als achtste, in het groepje met favorieten. Maar was Dumoulin vandaag nou goed of niet?
"Dat weet ik zelf eigenlijk ook niet", bekende de renner na afloop. "In het begin van de klim was ik niet zo goed, later ging het wel iets beter. Ik was niet super, maar ook niet slecht."
In het klassement staat Dumoulin nu op zestien seconden van Simon Yates, de nieuwe rozetruidrager. "Alleen Yates had de benen om echt door te trekken", aldus Dumoulin. "Het is goed dat ik er met middelmatige benen bij kon zitten. Ik sta er nog steeds goed voor, maar vandaag was ik niet de beste."
Ploegleider Marc Reef van Sunweb zei na de etappe dat hij wel "een goede Tom Dumoulin" had gezien. "Hij kon heel lang mee en finishte met de favorieten", klonk Reef content. "De roze trui veroveren was mooi geweest, maar Yates was gewoon te sterk. We zijn tevreden."
'Even proberen, hè'
Dumoulin leek in ieder geval beter in zijn vel te zitten dan Chris Froome, die het tijdens de beklimming van de Etna een paar keer zichtbaar moeilijk had. Het verleidde Dumoulin ertoe om, ondanks zijn 'middelmatige benen', in de aanval te gaan.
"Ik dacht: even proberen, hè, misschien zit hij er wel echt doorheen. Daar moet ik van profiteren. Maar hij peesde zich in zijn eigen tempo terug. Dat doet hij goed."
Ook Sam Oomen en Robert Gesink lieten zich in de zesde etappe van voren zien. Beiden zaten in een kopgroep van 28 man die tot aan de flanken van de Etna de koers bepaalde. "Pfoe, dat was niet mis", verzuchtte Oomen na de finish. "De eerste vijftig, zestig kilometer was het meteen oorlog om in de kopgroep te komen. De gaskraan is de hele dag open geweest."
Eenmaal in de kopgroep had de jonge Nederlander technische problemen met zijn communicatie. "Ik wist helemaal niks. Ik heb een beetje op gevoel en intuïtie gereden vandaag."
Gesink was naar eigen zeggen wel goed, maar niet super. Toch demarreerde hij aan het begin van de klim uit de kopgroep. "Wie weet, laten ze me gaan, dacht ik. Snokken is niet helemaal mijn ding."
Later, toen de kopgroep was bijgehaald, trok Gesink nog eens de groep met Dumoulin en zijn kopman George Bennett op gang. "Het was het laatste wat er nog inzat. George riep, dus toen heb ik even de hut leeggereden. Ik kon zo nog wat voor George doen. En voor Tom natuurlijk", glimlacht Gesink.
