Toptijd of niet: Marathon Rotterdam blijft een volksfeest
Iedere organisator van een marathon droomt van een toptijd. De benodigdheden? Een snel parcours en voldoende budget om een aantal toplopers te verleiden op jacht te gaan naar een mondiale toptijd. Rotterdam, waar zondag de 38ste editie wordt gehouden, heeft het eerste wel, maar het tweede niet. "We zijn een springplank voor de topmarathons geworden", geeft koersdirecteur Marc Corstjens toe.
"Rotterdam was jarenlang 'the place to be', maar behoort niet tot de zes Majors die tegenwoordig de dienst uitmaken", zegt Léon Haan, atletiekcommentator bij de NOS. "Maar het is en blijft voor de lopers wel een feest om daar aan te treden."
Doel is eindtijd van 2.05
"Bij het samenstellen van het deelnemersveld beginnen we met het stellen van een doel. Voor dit jaar is dat een eindtijd van 2 uur en 5 minuten", geeft koersdirecteur Marc Corstjens aan.
De verantwoordelijke man voor het binnenhalen van de lopers kijkt naar atleten die de afgelopen jaren in de buurt van die tijd zijn gekomen en naar aanstormende jeugd, die zich bijvoorbeeld al heeft bewezen op de halve marathon. "We bekijken de wereldranglijst, kijken naar tijden op de halve marathon en we zoeken op naam en traditie. Dit jaar staan twee oud-winnaars (Abera Kuma én Marius Kipserem, red.) aan de start."
Wereldrecords
In Rotterdam werd in de jaren tachtig tot twee keer toe een wereldrecord bij de mannen gelopen. De laatste keer bij de mannen was dertig jaar geleden, toen Belayneh Densamo de finish op de volgepakte Coolsingel passeerde na 2 uur, 6 minuten en 50 seconden.
Rotterdam was in trek, maar na de eeuwwisseling kozen de toplopers steeds minder vaak voor de Maasstad. "Maar we hebben een belangrijke functie, een toegevoegde waarde", zegt Corstjens.
Eliud Kipchoge, de huidige olympisch kampioen, won bijvoorbeeld in 2014 in Rotterdam en groeide vervolgens uit tot de beste marathonloper van de wereld. Hij won al zijn marathons die hij daarna liep. Het is maar een voorbeeld dat de woorden van de koersdirecteur onderstreept.
Het wereldrecord staat inmiddels op 2.02.57 van Dennis Kimetto. De Keniaan liep dat record in Berlijn in 2014. Het parcoursrecord in Rotterdam staat sinds 2009 op 2.04.27, door Duncan Kibet en James Kwambai gelopen. Voor de organisatie is het de laatste jaren heel moeilijk geworden toppers te strikken die die tijd nog naar beneden kunnen brengen.
"De toppers kiezen tegenwoordig voor de Majors. Dat zien hun sponsors graag. Rotterdam zit daar niet bij en moet het dus met lopers doen die onder de absolute top zitten", legt Haan uit.
"Rotterdam en Amsterdam staan wel in de toptien van de beste marathons ter wereld, maar kunnen niet meer wedijveren met de 'Big Six'. De toppers starten op 22 april in Londen of iets eerder in Boston", zegt Haan over de rangorde.
Rotterdam kijkt dus in de categorie daaronder. Met de Ethiopiër Getu Feleke als snelste loper. "Die heeft als pr 2.04.50 staan, gelopen in Rotterdam in 2012. Zijn landgenoot Mule Wasihun heeft als tweede loper 2.05.39 staan", analyseert Haan het deelnemersveld van zondag. "En ook van Laban Korir, vorig jaar derde in Rotterdam, mag het een en ander worden verwacht."
Moordende concurrentie
Corstjens geeft toe dat de concurrentie van de grote stadsmarathons moordend is. "De kracht van de 'Big Six' zit in de samenwerking die ze hebben. En de enorme premiepot die ze aan een eindklassement koppelen. En grote sponsoren van de toplopers willen hun pupillen natuurlijk op de belangrijkste locatie hebben lopen."
Rotterdam profiteert echter nog altijd van de goede naam die het heeft opgebouwd. "Marathon is meer dan alleen toplopers. Het moet een feest zijn voor iedereen. Marathon is een levenscultuur geworden. Atleten komen graag terug in Rotterdam. Dat zegt voldoende", aldus Corstjens.