'Eén goed WK baan is geen garantie voor karrenvracht medailles in Tokio'
De WK baanwielrennen draaiden afgelopen week uit op een medailleregen voor Nederland. Apeldoorn was vijf dagen achtereen in de ban van de snelheidsduivels op de wielerpiste.
Met Kirsten Wild en Jeffrey Hoogland in de hoofdrollen kon het publiek zondag opnieuw wereldtitels voor Nederland vieren, nadat aan het begin van het toernooi de teamsprinters al hadden laten zien absolute wereldtop te zijn.
NOS-commentator Jeroen Koster was de hele week aanwezig in Omnisport Apeldoorn. Aan de hand van vijf vragen kijkt hij terug op een gouden wielerweek.
Hoe heb jij deze WK beleefd?
"Nederland beleefde woensdag een droomstart met de teamsprinters, die eindelijk eens goud veroverden. Dat heeft ervoor gezorgd dat er een soort schwung in de ploeg kwam. Het succes straalde uit over de hele sprintploeg. Er was een soort flow."
In hoeverre heeft het thuisvoordeel een rol gespeeld in dit succes?
"Je ziet vaak dat het thuisland het heel goed doet. Dat heeft te maken met pieken en dat je tijdens het toernooi meer faciliteiten hebt. Ter illustratie: Jan-Willem van Schip had een eigen ruimte, terwijl een Franse concurrent het moest doen op het drukke middenterrein."
"Er zaten elke dag vijfduizend man en zo'n atmosfeer maak je als renner niet zo vaak mee. Als je familie en vrienden op de tribune zitten, kan ik me best voorstellen dat je vleugels krijgt."
Wat zegt dit jou met het oog op de Spelen van 2020?
"Het lijkt nu net alsof we de Engelsen hebben overvleugeld. Maar we moeten nu, na één goed WK, niet denken dat we over twee jaar ook met een karrenvracht aan medailles zullen terugkeren uit Tokio."
"Er staat nu in Engeland een pannetje te pruttelen op het vuur en in Tokio kookt dat pannetje over. Britten zijn er meesters in om in tussenjaren niets te doen en dan op de Spelen te vlammen. Jason Kenny (tweevoudig olympisch kampioen in Rio in 2016, red.) is net vader geworden en reed in Apeldoorn alleen de teamsprint. Maar straks komen ze weer uit alle hoeken en gaten."
"Onze baanwielrenners zijn het servet en ze moeten ervoor waken dat de Britten er straks in Tokio niet een tafellaken overheen leggen. Australië was er nu ook met een klein gezelschap, zij richten zich op de Gemenebestspelen."
"Sinds 2004, met destijds Theo Bos, doen we mee om de wereldtitels, maar we hebben nooit zo'n brede selectie gehad. Dat je op de teamsprint renners kunt sparen, is een luxe. We hebben altijd goed meegedaan, maar dit was uitzonderlijk."
Wild is 35 jaar: wat kunnen we nog van haar verwachten?
"Wild is misschien wel de meest onderschatte renster van Nederland. Zij is een alleskunner. Dat heeft ook met haar karakter te maken, ze is altijd verbaasd als ze wint: 'Kan ik dit echt?'"
"Het is nu zaak voor bondscoach Peter Schep haar over te halen om door te gaan, want dat moet echt. Ze heeft altijd gezegd: zolang ik meekan met de wereldtop, wil ik door. Maar ze heeft misschien ook een kinderwens en na Tokio is ze 38. En ze heeft natuurlijk ook nog een carrière op de weg."
"Wild heeft ondanks haar leeftijd nooit haar plafond bereikt. Na haar eerste twee wereldtitels had ze niets meer te verliezen. Zondag reed ze als een vorstin rond."
Wat betekent dit nog meer voor de sport?
"Hopelijk zet dit een paar grote jongens op de weg aan ook over te stappen naar de baan, voor een olympisch avontuur in Tokio. Kijk bijvoorbeeld naar de koppelkoers, waarin Nederland nu aantrad met Wim Stroetinga en Roy Pieters. Die twee moesten zich meten met een jongen als Cameron Meyer. Dat is de eredivisie tegen de Champions League."
"Jongens als Dylan van Baarle en Dylan Groenewegen hoeven zich niet te groot te voelen voor het baanwielrennen. Wellicht wordt het voor dat soort jongens ook interessant."