De Jong: winnen op het OKT geeft zó veel vertrouwen
Met de zevende tijd ooit gereden in Thialf (4.02,07) plaatste Antoinette de Jong zich voor de olympische 3.000 meter. Alleen Ireen Wüst en Martina Sábliková waren ooit sneller in Heerenveen.
"Het is fantastisch dat ik dit nu heb kunnen laten zien, dat geeft veel voldoening. Winnen op het olympisch kwalificatietoernooi geeft zo veel vertrouwen", zegt De Jong.
Vier jaar geleden verraste De Jong op het OKT door een olympisch ticket te veroveren op de drie kilometer, nu stond ze als favoriete aan de start. "Ik weet dat ik met de spanning kan omgaan en het beste uit mezelf naar boven kan halen. Ik weet niet of dit het beste was, maar ik ben blij dat ik het heb kunnen laten zien."
De Jong kende een uitstekend voorseizoen, dat begon bij de NK waar ze Ireen Wüst ook al klopte op de drie kilometer. De verrassende zege van Bob de Vries dinsdag op de 5.000 meter leerde De Jong echter dat niets vanzelfsprekend is tijdens het OKT.
"Je zag gisteren dat het niet altijd gaat zoals het wordt voorspeld", zegt De Jong. "Je weet nooit wat er gaat gebeuren, de spanning speelt zeker mee. Daarom voel ik nu de opluchting dat het gelukt is. Plaatsing was het belangrijkste."
Terwijl De Jong lachend een ereronde reed met de armen in de lucht, kwam Wüst op adem met de handen steunend op haar bovenbenen. "Het was niet echt een toprace, maar who cares", zegt Wüst, die door haar tweede plaats zeker is van de Olympische Spelen.
De rondetijden van Wüst liepen aan het eind van de rit te veel op om De Jong van de eerste plaats te houden. "Ik zag iedereen zo kapot gaan en wilde daarom niet te hard beginnen. Maar bij 29,7 dacht ik: o o."
"Daarna probeerde ik het ritme te pakken. Ik reed twee keer 31,6, maar schommelde te veel. Ik zat er niet lekker in en dan krijg je dit."
Toch zat Wüst daar niet echt mee. "Dit toernooi is gewoon een kwestie van overleven en tickets binnenhalen. Nu gaan we op naar februari om daar echt goed te zijn. We hebben nog zes weken om de topvorm te krijgen."
Wüst reed al drie keer eerder een OKT, maar de spanning was niet minder dan in het verleden. "Je zou zeggen dat ervaring helpt. Dat doet het wel om rustig te blijven. Maar of je op een olympisch kwalificatietoernooi nou 19 of 31 jaar bent, het maakt eigenlijk niet heel veel uit."