'Jullie moeten me verontschuldigen', woorden om nooit te vergeten
Het is niet de machtsgreep in Zimbabwe, ook al liet die 37 jaar op zich wachten. Of het geregisseerde einde van Jacob Zuma als partijleider van de grootste partij van de grootste economie op het Afrikaanse continent. Het verhaal van 2017 dat mij het meest bijblijft werd ons verteld gezeten op de vloer van een van de getto's in de karavaanstad Agadez in Niger.
Thermo Amadou uit Guinee en Diallo Mamdou Djulde vertelden over de dag waarop de Toyota Hilux hen en 23 anderen achterliet in de uitgestrekte woestijn in het grensgebied tussen Niger en Libië. De chauffeur was afgeweken van de route die smokkelaars al tientallen jaren gebruiken tussen Agadez en de Libische grens.
Op die route stonden sinds het begin van het jaar wegversperringen en politieagenten, getraind door het Europese agentschap Eucap dat in Agadez is neergestreken om de migratie naar Europa te stoppen. Het gevolg van die druk uit Brussel is dat de smokkelaars nu de ongebaande wegen door de Sahara verkiezen.
De chauffeur van Amadou en zijn reisgenoot kwam na een dag rijden zonder benzine te zitten. Om bij te tanken zou hij terugrijden naar de officiële route, maar met 25 migranten in de achterbak zou hij zeker worden gearresteerd. Dus wachten jullie hier maar even, had hij gezegd. "Ik ben zo terug."
De meesten stapten uit de achterbak. Thermo Amadou bleef zitten. Tot Pappi, de gespierde Congolees hem overhaalde om de chauffeur toch maar te vertrouwen. "Anders gaan we hier allemaal dood." De chauffeur kwam nooit meer terug. Een volle dag hebben ze op hem gewacht.
Toen zijn ze gaan lopen. Met twee jerrycans met daarin 5 liter water, verbonden met een touw dat hij om zijn nek heeft geslagen. Terug naar Agadez. In het spoor van de Toyota Hilux. Op de zevende dag gaf de Senegalees Pap Djah op. ,"Laat mij hier maar achter", smeekte hij de anderen. Ze hadden hem toen al een dag lang aan zijn schouders meegezeuld. ,"Il faut me pardonner", zei hij. "Jullie moeten me verontschuldigen."
Thermo Amadou had die woorden nooit vergeten. "Il faut me pardonner". Hij zat op een steen in het getto van Agadez, naast hem zat Diallo met holle ogen. Ze huilden. Negen dagen hebben ze gelopen om dit verhaal te vertellen. Nog twee anderen overleefden de voetreis niet. Die hebben ze begraven in het Sahara-zand.
Terwijl ik samen met collega en cameraman Sven Torfinn luisterde naar hun verhaal, hield ik mezelf voor die woorden van de Senegalees Pap Djah nooit meer te vergeten. Telkens als migratie van Afrika naar Europa weer besproken wordt door beleidsmakers, boze twitteraars, en opiniemakers aan de talkshowtafels ver van Agadez. Die verontschuldigende woorden van de Senegalees minuten voor zijn dood. "Il faut me pardonner".
Bekijk hieronder de reportage die correspondent Bram Vermeulen maakte in juli over de verdwaalde migranten in Niger.