Mengelberg voor de oorlog · ANP

Musicus Mengelberg mag nooit meer dirigeren

De Ereraad voor de Muziek heeft keihard geoordeeld in de zuiveringszaak tegen Willem Mengelberg. "Hij heeft zich dermate schuldig gemaakt aan ontoelaatbare handelingen in strijd met de nationale eer, dat hij nooit weer de dirigeerstaf in Nederland behoort te heffen". Levenslange uitsluiting dus voor de welbekende Nederlandse dirigent.

De 74-jarige Willem Mengelberg is al vijftig jaar de dirigent van het Concertgebouw in Amsterdam. Dat ontwikkelde zich onder zijn bezielende leiding tot een van de meest vooraanstaande orkesten ter wereld.

Mengelberg groeide uit tot een internationale beroemdheid. Hij werd gezien als een volksheld die de eer van het kleine Nederland hooghield op het wereldtoneel.

1938 Nieuwe kerk Amsterdam · 1938 Beeldbank WOII

Mengelberg, van Duitse afkomst, trad in de jaren '30 regelmatig op in nazi-Duitsland, wat tot scheve blikken in Nederland leidde. In juli 1940 deed Mengelberg uitspraken in de Völkischer Beobachter - het officiële dagblad van de nazipartij - die dit wantrouwen versterkten. Hij vertelde dat hij champagne gedronken had op de Nederlandse capitulatie.

Veel Nederlanders waren geschokt door het bericht. Ook bestuursleden van het Concertgebouw. "Men acht het wenselijk dat Mengelberg voorlopig niet terugkeert en zo mogelijk niet voor begin december zijn werkzaamheden hier hervat, in de hoop dat de gemoederen enigszins tot bedaren zijn gekomen."

1938 Willem Mengelberg heft het glas 'auf die Vertiefung der Beziehungen zwischen Deutschland und Holland' · Beeldbank WOII

In een interview met De Telegraaf kreeg Mengelberg de kans zijn woorden te nuanceren. Mengelberg zei toen niet te hebben getoost op de Nederlandse capitulatie. Wel had hij een dronk uitgebracht op een ander militair succes van de Duitsers. Hij zag daar geen probleem in.

"Ik was pro-Duits en met goed recht. Mijn voorvaderen waren Duitsers en sinds wanneer is het in Nederland een misdaad om pro- of anti-iets te zijn? Waarom moet ik belasterd worden omdat ik mijn sympathie voor Duitsland uitsprak?"

Mengelbergs poging zijn uitspraken te rechtvaardigen, deden zijn reputatie meer schade. Hij trad bovendien toe tot de door de Duitsers opgezette Kultuurraad, bleef dirigeren in Duitsland en stond welwillend tegenover de bezetter.

Dat hij in oktober 1940 achter de schermen protesteerde tegen het ontslag van zestien Joodse orkestleden, deed niks aan het feit dat velen hem als landverrader zagen. Het protest was ook tevergeefs: drie van de ontslagen collega's kwamen om in de gaskamers.

1940 Rijkscommissaris Seyss-Inquart in gesprek met Mengelberg · Beeldbank WOII

Mengelbergs laatste oorlogsoptreden vond plaats in Parijs op 21 juni 1944, enkele weken na D-day. Ten tijde van de bevrijding zat hij in zijn Zwitserse chalet.

Kunstenaarszuivering

Om te bepalen wie goed of fout was in de kunst zijn er afgelopen maand vijf ereraden ingericht: voor letterkunde, architectuur, beeldende kunst, toneel en muziek. Kunstenaars die tijdens de bezetting hun werkzaamheden hadden neergelegd mogen direct weer aan het werk, maar de rest wordt geschorst, in afwachting van een uitspraak door de zuiveringsraad.

De regering laat het aan de sector zelf om zich te zuiveren. Leidend is het Nederlandse kunstenaarsverzet, dat zich in de oorlog verenigde tot de Federatie van Kunstenaarsverenigingen. "Bij de wederopbouw van het muziekleven dient de moraliteit te prevaleren boven de artisticiteit", zette musicus Bertus van Lier in september 1944 uiteen.

De ereraden kunnen kunstenaars na beraad groen licht geven, maar ook een uitsluiting opleggen, tijdelijk of levenslang. De zaak-Mengelberg was een van de eerste dossier die werden behandeld.

Doordat de Nederlandse regering in Londen zich niet wilde bemoeien met deze zuivering, zijn de ereraden niet wettelijk verankerd en gelden er in juridische zin geen verbodsnormen. Er zijn dan ook geen sancties mogelijk als de kunstenaar de uitspraak van een ereraad negeert. Het is de vraag hoe de beroemde Mengelberg om zal gaan met zijn levenslange uitsluiting van beroepsuitoefening.