Geen echte bijltjesdag, wél mishandelingen en vernederingen
Door het hele land zijn vermeende 'moffenmeiden' door uitzinnige menigtes op straat gesleurd, kaalgeschoren, ondergesmeerd met rode menie, uitgescholden en bespuugd. Het verbod dat de Commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) onlangs heeft ingesteld tegen dergelijke mishandelingen kwam te laat.
Een bloedige bijltjesdag zoals in Frankrijk en België, waar duizenden mensen om het leven kwamen, is door de BS voorkomen. Maar er hebben in de chaos na de bevrijding van Nederland wel ernstige misstanden plaatsgevonden, soms ook door BS'ers zelf.
Huizen van NSB’ers werden geforceerd, huisraad verbrand.
In Den Haag werd de spot gedreven met gevangen genomen NSB'ers. Een joelende menigte dwong hen op het Buitenhof 'Leve Oranje' en 'Leve de Koningin' te roepen, waarna ze in het standbeeld van Johan de Witt moesten klimmen.
"Huizen van NSB'ers werden geforceerd, huisraad verbrand, terwijl op de Dunne Bierkade een persoon van de trappen werd gesleurd en dit met de dood moest bekopen", schrijft verzetskrant Mededeelingen.
Elders werden landverraders gedwongen schade in een verwoeste synagoge op te ruimen, terwijl ze publiekelijk werden vernederd. Een Canadese filmploeg legde het vast.
Ook niet-NSB'ers, die in het oog van het volk fout waren, zijn op hardhandige wijze opgepakt. Zoals de vader van de 13-jarige Joop (gefingeerde naam), die brigadier was van een politiekorps in een kleine provinciestad. "Overvalwagens omsingelden het huis. Ze belden niet aan, maar beschoten de boel."
De moeder van Joop kreeg een kogel in haar zij. Ze werd bloedend achtergelaten in de gang, terwijl de vader van Joop met ruw geweld in de overvalwagen werd gezet.
Er volgde een triomftocht door de stad. 'Vuile NSB'er, ophangen moeten ze je', scandeerde een woedende menigte. "De woorden die ik om me heen hoorde kon ik niet verwerken. Ik ben aan de wagen gaan hangen, maar werd ervanaf geslagen met geweerkolven. Ik lag op de grond, maar niemand die me opraapte", vertelt Joop geëmotioneerd.
Een opvallend voorval is het kaalscheren van de moffenmeiden in Kampen, waar het gebeuren een officieel tintje kreeg. Door de plaatselijke autoriteiten werd een onafhankelijke commissie aangesteld om te beoordelen wie zich wel of niet had ingelaten met een Duitser.
Zeventig vrouwen moesten voor de commissie verschijnen, ongeveer de helft hiervan kreeg straf. Ze mogen plantsoenen en bioscopen niet in, moeten 's avonds voor acht uur binnen zijn en worden verplicht één of twee maanden met een herkenbare rode lap lopen. Vijftien vrouwen kregen de zwaarste straf: twee maanden een rode lap én een kaal hoofd.
'Een zielig gezicht'
Het kaalscheren gebeurde vlak na de bevrijding van Nederland. Heel Kampen trok uit om het vernederende tafereel te aanschouwen. De 13-jarige Annie van Ommen vindt het achteraf gezien "een heel zielig gezicht", maar deed wel mee aan het publiekelijk uitjouwen en bespugen van de meisjes.
"En die meid die heeft een kale kop, links, rechts, troelala, en die meid die heeft een kale kop, holadijee", zong ze luidkeels mee met de meute. "Je wist niet beter. Het was feest, het waren rotmeiden."
In Kampen is er nog enigszins onderzoek gedaan naar de schuld van vermeende moffenmeiden voordat ze werden kaalgeschoren. Dat is elders in Nederland niet of nauwelijks gebeurd.
Het is laf een vijand te trappen, die al op de grond ligt!
Het stuit op kritiek van de verzetskranten. "De oplegging van een straf moet volgens de wet geschieden", schrijft Trouw. "Zij moet geschieden in de rechtszaal en aan de hand van strafbare feiten."
"We moeten niet vergeten dat we nu weer in een rechtsstaat leven en dat de opgebrachte NSB'ers tot de voering van hun proces alleen verdachten en nog geen schuldigverklaarden zijn", schrijft ook de Groninger Oranjebode.
De krant noemt de mishandelingen van NSB'ers onwaardig. "Het is laf een vijand te trappen die al op de grond ligt!"