De repatriëring is in volle gang. Vanuit het zuiden van het land vertrekken mensen terug naar hun woonplaats. Dat gaat per trein en vrachtwagen, maar soms ook per schip.

Een van de konvooien voer deze week van Den Bosch richting Rotterdam. Aan boord repatrianten die de afgelopen maanden vanuit het buitenland zijn teruggekeerd. Zij kwamen bij terugkomst terecht in het al eerder bevrijde zuiden van het land. De mensen die in het westen wonen, kunnen nu pas naar huis.

Het merendeel van de passagiers aan boord zijn mannen die waren opgepakt bij razzia's om verplicht in Duitsland te werken. Naast deze arbeiders zaten ook Joodse mensen en voormalig krijgsgevangenen op de schepen.

Aan boord van de repatriëringsschepen wordt geen onderscheid gemaakt tussen deze groepen mensen. Joden die de kampen hebben overleefd, krijgsgevangenen en mannen die terugkeren na de verplichte Arbeitseinsatz zitten door elkaar heen.

De regering wil dat er na de oorlog geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen geloof of ras. Ook voor de Joden die terugkeren is er daarom geen extra aandacht, terwijl dat vaak wel nodig is. Velen kunnen niet meer terug naar hun familie of huis. Bij thuiskomst komen ze erachter dat veel familieleden en vrienden de oorlog niet hebben overleefd.

Regelmatig zijn zij ook hun bezittingen kwijt. Spullen die ze in bewaring hebben gegeven, krijgen ze niet terug. Lang niet iedereen voelt zich dus welkom bij terugkomst in Nederland.