Het luxe cruiseschip de Cap Arcona in een haven nabij Hamburg. · Beeldbank WOII

Britten bombarderen schip met 7000 gevangenen

In de Lübecker Bocht in de Oostzee zijn twee Duitse schepen met 7000 gevangenen erop gezonken na een hevige bommenregen. De boten werden abusievelijk aangevallen door de Royal Air Force. Bij de ramp zijn zeker 300 Nederlanders omgekomen.

De Britten wisten niet dat de schepen voornamelijk gevuld waren met gevangenen uit kamp Neuengamme. Het concentratiekamp werd vorige week geheel ontruimd, waarna duizenden gevangenen dodenmarsen liepen naar de haven van Lübeck. Hier werden ze verdeeld over drie boten: de vrachtschepen Thielbeck en Athen en het luxe cruiseschip Cap Arcona.

De schepen lagen onopvallend als drijvende concentratiekampen tussen andere oorlogsschepen in de baai. Hoogstwaarschijnlijk wilden de Duitsers de boten laten zinken om de gevangenen om het leven te brengen.

Brits gevaar

Maar het gevaar voor de opvarenden kwam plots uit een andere hoek: overvliegende Britten kregen de Duitse schepen in hun vizier. In de veronderstelling dat de boten wellicht gebruikt werden om SS'ers te laten vluchten, besloot de RAF de schepen aan te vallen.

Het schip de Thielbeck zonk als eerste, zo'n twintig minuten na de eerste bombardementen. Doordat de brandinstallaties onbruikbaar waren gemaakt ging ook de Cap Arcona snel in vlammen op. Ook de Athen werd hevig geraakt door de bommen, maar zonk niet.

Door de enorme vlammenzee werden reddingsboten en anderen redmiddelen snel onbruikbaar voor de opvarenden. In blinde paniek probeerden tientallen gevangenen nog op tijd van de schepen af te komen en sprongen in de zee. Veel van hen verdronken door het gebrek aan reddingsvesten en anderen dobberden urenlang in het ijskoude water.

Iedereen was bezig met overleven.

Wim Alosery

De Nederlandse Wim Alosery was een van hen: "Het hele schip stond in brand, en die vliegtuigen bleven schieten. Je staat in een enorme chaotische toestand waar mensen vechten, zich verdringen om reddingsboten en over de bootrand heen springen. Iedereen was bezig met overleven.''

De mannen, die net als Alosery, van de schepen af wisten te komen waren nog niet veilig. Rondvarende Duitse schepen probeerden zoveel mogelijk gevangenen dood te schieten. Ook vanaf de oever werden continu schoten gelost op de ronddobberende mensen.

"In het water dreef een tapijt van kaalgeschoren hoofden. Hun geschreeuw hoor ik nog steeds", vertelt de Duitse onderofficier Erich Smidt die met zijn onderzeebootjager in de baai lag.

Wim Alosery kwam na uren peddelen uiteindelijk veilig op de kant: "Ik ben echt even tijdelijk geestelijk de kluts kwijtgeraakt. Ik denk dat de emoties en spanningen zo hoog opgelopen waren. Je beseft niet eens echt dat je vrij bent."

Grove communicatiefout

Tijdens de aanval werden zo'n 115 schepen van de Duitse vloot beschadigd. Naast de Cap Arcona en de Thielbeck zonken er 21 schepen. De gevangenen op het schip de Athen zitten nog steeds vast in de baai.

In totaal zijn ruim 5000 gevangen door verbranding of verdrinking de dood ingejaagd. De grote vraag blijft hoe de RAF niet kon weten van de aanwezigheid van deze mensen op de schepen.

Betrouwbare bronnen stellen dat een grove communicatiefout hieraan ten grondslag ligt. Het Zweedse Rode Kruis zou de aanwezigheid van de gevangenen al eerder hebben gemeld aan de Britten. De RAF heeft nog niet gereageerd op deze speculaties.