Gruwelijke moord in Hamburg: 20 Joodse kinderen opgehangen
In Hamburg zijn afgelopen nacht 20 kinderen en 28 volwassenen opgehangen in een schoolgebouw aan de Bullenhuser Damm. Dit gebeurde nadat ze eerst met morfine waren geïnjecteerd. Onder de slachtoffers zijn ook twee Nederlandse kinderen.
De kinderen waren allen afkomstig uit concentratiekamp Neuengamme. Hier ondergingen ze de afgelopen tijd onder dwang medische experimenten. Zo werden ze besmet met tuberculose-bacteriën en werden operaties op hen uitgevoerd.
Dit gebeurde onder de leiding van Kurt Heissmeyer. De beruchte SS-arts probeerde op deze manier een geneesmiddel voor tuberculose te ontwikkelen. Volgens hem was er geen verschil tussen proefdieren en Joden en waren de experimenten dus legitiem.
De groep arriveerde laat in de avond bij het grote schoolgebouw in Hamburg. Enkele minuten later werden ze in de kelder van het gebouw slapend van de morfine opgehangen. Onder de slachtoffers zijn tien meisjes en tien jongens, onder wie één tweeling.
Twee van de kinderen zijn de Nederlandse Eduard (11) en Alexander Hornemann (8) uit Eindhoven. De afgelopen jaren zaten de broertjes met hun ouders opgesloten in verschillende kampen.
Wezen
Hun tocht begon in augustus 1942 toen vader Philip Hornemann naar kamp Vught werd afgevoerd. Moeder Elisabeth besloot om met de jongens haar man achterna te reizen. Na hun verblijf in kamp Vught werd het gezin gedeporteerd naar het nazi-vernietigingskamp Auschwitz in Polen.
Hun moeder overleefde de erbarmelijke omstandigheden in Auschwitz niet en overleed op 31 december 1944 aan de gevolgen van buiktyfus. Vader Hornemann kwam om tijdens een laatste transport van Auschwitz naar Dachau.
De jongens bleven als wees over en werden naar Neuengamme gebracht.
De broertjes Hornemann en de andere slachtoffers zijn hoogstwaarschijnlijk vermoord om sporen uit te wissen. De Duitsers vrezen de geallieerde opmars en proberen daarom zoveel mogelijk bewijs van de kampen te vernietigen.
Vier van de volwassen slachtoffers werkten als verplegers van de kinderen, onder wie de Nederlandse verzetsstrijders Antonie Hölzel en Dirk Deutekom. De andere slachtoffers waren Sovjet krijgsgevangenen.