Bergen-Belsen bevrijd: 'Lijken, tyfus en uitgehongerde gevangenen'
"Overal liggen lijken. Je weet soms niet of iemand leeft of dood is. Sommige mensen proberen te lopen, ze struikelen en vallen", zegt de zeer aangeslagen Britse militair Dick Williams. Hij was een van de eersten die vandaag het concentratiekamp Bergen-Belsen in het noorden van Duitsland binnentrokken.
De hel op aarde. De Britten waren totaal niet voorbereid op wat ze hier aan de rand van de Lüneburger Heide aantroffen. Duizenden en duizenden lijken vonden de geallieerden. Ze lagen tussen de barakken, maar ook in massagraven.
In het kamp ontdekten ze bijna 60.000 gevangenen, de meesten in verregaande staat van uitputting. In het kamp heerst een tyfusepidemie. Bijna iedereen heeft luizen.
De meeste gevangenen - Joden, krijgsgevangenen en politieke gevangen - waren dan ook niet in staat om de bevrijders te begroeten.
"We zijn getrainde soldaten. We hebben sinds D-day heel wat gezien. Ook heel nare verwondingen. Maar wat we hier zien, daar zijn we niet voor opgeleid" ,zegt de Brit William Wood. "Het is zo vreselijk. We hebben mensen in nood gezien, mensen op de vlucht, maar niet zoals dit."
In kinderbarak 211 ligt de 14-jarige Hetty Werkendam uit Amsterdam. Ze is heel ziek, ondervoed en uitgeput. Als een van de oudste Joodse kinderen van de barak heeft ze gezorgd voor de jongsten. Totdat ze zelf niet meer kon.
Ze hoorde tumult op de gang. "De deur vloog open en iemand riep: 'De Engelsen, de Engelsen zijn er'. Een ogenblik bewoog er niemand, maar daarna rende iedereen die maar enigszins kon naar buiten, naar het hek om de bevrijders te zien. Ik zat op mijn bed en was niet in staat me te bewegen. Ik had er alles voor gegeven om met hen mee te rennen."
Hetty keek naar buiten en zag een jongetje steunend op zijn stok door een veld met doden strompelen. Op weg naar de bevrijders.
Dit zijn beelden uit het kamp. Ze kunnen schokkend zijn:
In Bergen-Belsen waren geen gaskamers zoals in Auschwitz, maar mensen stierven aan uitputting, ziektes en honger. Aan alles is een tekort: voedsel, water en onderdak.
De afgelopen maanden waren de omstandigheden in het kamp verder verslechterd. Uit andere kampen kwamen treinen vol gevangenen. De nazi's hadden geen tijd meer om al die mensen te vermoorden en daarom zetten zij hen op transport toen de geallieerden of Sovjets dichterbij kwamen.
Sterfte gaat door
Hoeveel mensen hier zijn omgekomen, valt nog niet te zeggen. De Britten doen onderzoek naar de massagraven die hier op het terrein liggen. Ze spreken over mogelijk tienduizenden doden. Meer dan 120.000 gevangenen zouden hier de afgelopen jaren hebben gezeten. Of ze nog leven? Niemand weet het.
Ook vandaag stierven er nog mensen. Zoals de Nederlandse Jood Max Kannewasser (28), die samen met Nol van Wesel (26) het bekende Amsterdamse duo Johnny & Jones vormde. Ze zijn in september met het laatste transport uit Westerbork vertrokken en via Auschwitz en nog een aantal kampen hier terechtgekomen.
Nol is een maand eerder gestorven, Max bezweek vandaag.
Ook de Limburgse verzetsleider en kapelaan Jacques Naus (31) heeft het niet gered. Hij overleed net voordat de Britten kwamen aan de gevolgen van vlektyfus.